ECLI:NL:GHAMS:2014:3542

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 augustus 2014
Publicatiedatum
28 augustus 2014
Zaaknummer
200.136.500-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenbegroting in hoger beroep met betrekking tot akten zonder recht op vergoeding

In deze zaak, die voorlag bij het Gerechtshof Amsterdam, ging het om een proceskostenbegroting in hoger beroep. De appellante, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. de Haan, had hoger beroep ingesteld tegen International Card Services B.V. (ICS), vertegenwoordigd door advocaat mr. E.H.J. Slager. Het hof had eerder op 8 juli 2014 een arrest uitgesproken, waartegen ICS een verzoek tot herstel indiende, omdat het hof bij de berekening van de proceskosten geen rekening had gehouden met twee door ICS genomen aktes. De appellante verzet zich tegen dit verzoek.

Het hof beoordeelt dat na de wisseling van memories in hoger beroep geen aktes met bijzondere inhoud mogen worden genomen. ICS had na de memorie van antwoord twee aktes ingediend: een akte uitlating producties op 25 februari 2014 en een akte uitlating geïntimeerde op 22 april 2014. De eerste akte werd als een akte zonder bijzondere inhoud beschouwd, waarvoor geen recht op vergoeding bestaat. De tweede akte, hoewel mogelijk met bijzondere inhoud, had niet genomen mogen worden volgens de geldende regels in hoger beroep. De rolraadsheer had deze akte niet geweigerd, maar dat doet niets af aan het feit dat er geen recht op vergoeding bestaat.

Uiteindelijk heeft het hof het verzoek van ICS tot vergoeding van proceskosten afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 26 augustus 2014 door de meervoudige burgerlijke kamer van het hof.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team II
zaaknummer : 200.136.500/01
zaaknummer rechtbank Noord-Holland : 430768 \ CV 13-645
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 26 augustus 2014
inzake
[APPELLANTE],
wonend te [woonplaats],
appellante,
advocaat: mr. J. de Haan te Alkmaar,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERNATIONAL CARD SERVICES B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerde,
advocaat: mr. E.H.J. Slager te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellante] en ICS genoemd.
Het hof heeft in deze zaak op 8 juli 2014 een arrest uitgesproken. Bij brief van 10 juli 2014 heeft mr. Slager voornoemd zich namens ICS op het standpunt gesteld dat het arrest een kennelijke fout bevat die hierin bestaat dat het hof bij de berekening van de proceskosten van ICS in hoger beroep geen rekening heeft gehouden met twee door ICS genomen aktes. Mr. Slager voornoemd heeft herstel hiervan verzocht. Bij e-mailbericht van 7 augustus 2014 heeft mr. De Haan voornoemd zich namens [appellante] verzet tegen toewijzing van dit verzoek.

2.Beoordeling

Uitgangspunt in hoger beroep is dat na wisseling van de memories geen aktes met bijzondere inhoud worden genomen. Gebleken is dat ICS in de procedure in hoger beroep na de memorie van antwoord twee aktes heeft genomen, te weten een akte uitlating producties op 25 februari 2014 en een akte uitlating geïntimeerde op 22 april 2014. De eerstgenoemde akte betreft een akte zonder bijzondere inhoud waarvoor geen recht op vergoeding bestaat. Voor zover de akte van 22 april 2014 wel bijzondere inhoud bevat had deze akte gelet op de in hoger beroep geldende twee conclusie-regel en het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven niet genomen mogen worden zodat voor deze akte evenmin recht op vergoeding bestaat. De omstandigheid dat deze akte door de rolraadsheer niet is geweigerd doet daaraan niet af. De slotsom is dat het verzoek wordt afgewezen.

3.Beslissing

Het hof:
wijst het verzoek af.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.J.M. Smit, M.A. Goslings en M.L.D. Akkaya en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2014.