Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellante ] en
[appellant ],
1.Het geding in hoger beroep
2.Beoordeling
in incidenteel appelte bespreken. [geïntimeerde] betoogt ten eerste dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat er sprake is van een consumentenkoop, nu - volgens [geïntimeerde] - zijn dochter [B] eigenaar en verkoper van de pony is geweest. Als daar al anders over moet worden gedacht, dan nog is er geen sprake van professionele verkoop omdat [geïntimeerde] zich niet professioneel bezig houdt met de handel in paarden, aldus [geïntimeerde].
in principaal appelmet twee grieven tegen het oordeel van de kantonrechter dat hun vordering tot schadevergoeding moet worden afgewezen omdat hij onvoldoende grond ziet dat de tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst aan [geïntimeerde] moet worden toegerekend.