Uitspraak
mr. C.M. Malipaardte ’s-Gravenhage,
mr. A. el Aqdete Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van GMW Advocaten B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin de kantonrechter de vordering van GMW tot betaling van een gedeeltelijk onbetaalde advocatennota heeft afgewezen. GMW had een bedrag van € 10.805,47 gevorderd van [geïntimeerde], dat volgens hen nog verschuldigd was op basis van een opdrachtbevestiging waarin een uurtarief van € 185,- was overeengekomen, vermeerderd met een opslag van 6% voor kantoorkosten. De kantonrechter oordeelde dat GMW het budget van [geïntimeerde] had overschreden zonder hem hierover te waarschuwen, wat leidde tot de afwijzing van de vordering.
In hoger beroep heeft GMW de grieven ingediend en betoogd dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat de opdracht niet meer dan het reeds betaalde bedrag omvatte. Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] de opdrachtbevestiging had ontvangen en geen bezwaar had gemaakt tegen de facturering. Het hof oordeelde dat GMW gerechtigd was om de werkzaamheden in rekening te brengen volgens de afgesproken voorwaarden. De eerdere communicatie tussen partijen over de kosten had geen invloed op de geldigheid van de opdrachtbevestiging.
Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en heeft de vordering van GMW toegewezen. [geïntimeerde] werd veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Tevens werd [geïntimeerde] veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. Het hof verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.