3.1.In dit geding gaat het om het volgende.
( a) [geïntimeerde] heeft met Thomas Cook (onder de handelsnaam Neckermann) een reisovereen-komst in de zin van art. 7:500 lid 1 aanhef en sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW) gesloten, bestaande uit een vliegreis op 6 augustus 2011 van Amsterdam naar Antalya (Turkije), een transfer van ongeveer 2½ uur van Antalya naar Alanya (eveneens Turkije) en verblijf in een hotel te Alanya, met terugreis op 20 augustus 2011.
( b) Op 6 augustus 2011 om 21.00 uur is [geïntimeerde] met haar echtgenoot en (achtjarige) dochter, met een vertraging van meer dan vier uur, geland in Antalya. De (transfer)bus, met in totaal 43 passagiers, vertrok omstreeks 21.30/22.00 uur van het vliegveld. De bus had twee deuren, een voor en een halverwege (verder: achterdeur). De zitplaats van [geïntimeerde] was links aan het gangpad ter hoogte van de achterdeur. Haar dochter zat (links) naast haar en haar man achter haar.
( c) Omstreeks 22.30 uur is de bus onaangekondigd gestopt op een parkeerterrein bij een restaurant langs een grote doorgaande weg. De zon was toen onder. De parkeerplaats was vrij toegankelijk voor ander verkeer. Op de parkeerplaats waren geen andere bussen en niet of nauwelijks andere auto’s geparkeerd. De chauffeur heeft de bus met brandende binnenverlichting en beide deuren open verlaten en is naar het restaurant gegaan. Ook [geïntimeerde] en haar gezin hebben dat gedaan.
( d) Op een gegeven moment zijn [geïntimeerde] en haar gezin, alsmede een aantal andere vakan-tiegangers, teruggekeerd naar de bus. [geïntimeerde] en haar echtgenoot hebben toen bij de bus een sigaret gerookt. Hetzij toen [geïntimeerde] weer op haar plaats in de bus zat (standpunt [geïntimeerde]) hetzij toen [geïntimeerde] bezig was de bus via de trap bij de achterdeur te betreden (standpunt Thomas Cook) heeft een berover aan de door [geïntimeerde] vastgehouden tas gerukt en deze ontvreemd. Door die ruk is [geïntimeerde] van de achtertrap gevallen met een op meerdere plaatsen gebroken linkerhiel als gevolg. De dief is ondanks achtervolging in een gereed-staande (gestolen) auto vertrokken. Tijdens dit voorval was de chauffeur nog niet terug bij de bus. Er stonden toen passagiers bij de bus, terwijl ook een aantal in de bus zat.
( e) Tot op heden is de hiel van [geïntimeerde] niet (volledig) hersteld. Hierdoor kan [geïntimeerde] haar eigen werk niet verrichten. Zij heeft meerdere operaties ondergaan en een half jaar lang huishoudelijke hulp gehad.
( f) [geïntimeerde] heeft zich bij brief van 26 augustus 2011 onder meer over het voorval beklaagd bij Thomas Cook. Een door haar bij de Geschillencommissie Reizen tegen Thomas Cook ingediende klacht is met instemming van laatstgenoemde ingetrokken. Zowel Thomas Cook als haar aansprakelijkheidsverzekeraar Reaal Verzekeringen N.V. hebben - in januari 2012 - aansprakelijkheid van Thomas Cook voor het voorval van de hand gewezen.
( g) In de eerste aanleg van dit geding vorderde [geïntimeerde] een verklaring voor recht dat Thomas Cook aansprakelijk is voor de door [geïntimeerde] als gevolg van het voorval geleden en nog te lijden (materiële en immateriële) schade, de veroordeling van Thomas Cook tot vergoeding van die schade, op te maken bij staat, alsmede een voorschot van - na vermindering van eis - € 2.500,=. Aan deze vorderingen legde [geïntimeerde] ten grondslag dat de reis niet is verlopen overeenkomstig de verwachtingen die zij op grond van de reisovereenkomst redelijkerwijze mocht hebben (art. 7:507 lid 1 BW) en dat Thomas Cook daarom jegens haar schadeplichtig is. Na verweer van Thomas Cook heeft de rechtbank de vorderingen bij het bestreden vonnis toegewezen en Thomas Cook in de proceskosten verwezen.