Uitspraak
mr. R.H. Kuiperte Zoetermeer,
mr. P. van Bommelte Franeker.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin Degin B.V. [appellant] had aangesproken tot betaling van een bedrag van € 6.804,78 voor een geleverde pelletshaard en bijbehorende installatie. De zaak draait om de vraag of de geleverde pelletshaard voldeed aan de verwachtingen die [appellant] op basis van de overeenkomst mocht hebben. De rechtbank had eerder geoordeeld dat Degin niet tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst, en [appellant] had in hoger beroep vier grieven ingediend. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de kantonrechter waren vastgesteld en heeft de inhoud van de overeenkomst tussen partijen beoordeeld. Het hof concludeert dat de overeenkomst niet inhield dat de geleverde pelletshaard de gehele woning van [appellant] zou kunnen verwarmen zonder gebruik te maken van stadsverwarming of een andere warmtebron. De grieven van [appellant] worden als ongegrond afgewezen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. [appellant] wordt veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep.