Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
égalité devant les charges publiques. In dit verband geldt op grond van vaste jurisprudentie het volgende. Ook als een overheidshandeling op zichzelf niet als onrechtmatig kan worden aangemerkt, is de overheid op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk voor de nadelige gevolgen van die handeling, voor zover die gevolgen onevenredig zijn, dat wil zeggen buiten het normale maatschappelijk risico of het normale bedrijfsrisico vallen en op een beperkte groep burgers of instellingen drukken. Bij de beantwoording van de vraag of in een bepaald geval de gevolgen van een overheidshandeling buiten het normale maatschappelijk risico of het normale bedrijfsrisico vallen, moeten alle van belang zijnde omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen, waarbij enerzijds onder meer kan worden gedacht aan de aard van de overheidshandeling en het gewicht van het daarmee gediende belang alsmede de mate waarin die handeling en de gevolgen daarvan voorzienbaar waren voor de derde die als gevolg daarvan schade lijdt, en anderzijds de aard en de omvang van de toegebrachte schade. In het geval van strafvorderlijk optreden waarvan de gevolgen een ander dan de verdachte treffen, kan als uitgangspunt worden gehanteerd dat in het algemeen enig ongemak of gering tijdverlies niet als onevenredig kan worden aangemerkt en zal moeten worden aanvaard als vallend binnen het normale maatschappelijk risico of het normale bedrijfsrisico, maar dat dit niet zonder meer het geval is als zaken van die ander als gevolg van dat optreden worden beschadigd.