ECLI:NL:GHAMS:2014:99
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vermoeden van bekendheid echtgenoot met leaseovereenkomst en verjaring van vernietigingsbevoegdheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen Dexia Nederland B.V. en een particuliere cliënt, aangeduid als [geïntimeerde]. Dexia was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin de vorderingen van [geïntimeerde] waren toegewezen. De kern van het geschil betrof de leaseovereenkomsten die door de echtgenote van [geïntimeerde] nietig waren verklaard. Dexia stelde zich op het standpunt dat de echtgenote eerder bekend was met de leaseovereenkomsten en dat de rechtsvordering tot vernietiging was verjaard. Het hof oordeelde dat Dexia niet voldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat de echtgenote eerder op de hoogte was van de leaseovereenkomsten dan drie jaar voor de vernietigingsbrieven. Het hof bevestigde het bewijsvermoeden dat was ontleend aan het feit dat de betalingen op een en/of-rekening werden verricht, maar oordeelde dat de getuigenverklaringen van de echtelieden het bewijsvermoeden hadden weerlegd. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde Dexia in de proceskosten. De beslissing van het hof benadrukt de noodzaak voor partijen om voldoende bewijs te leveren bij het doen van een beroep op verjaring van een rechtsvordering tot vernietiging van een overeenkomst.