ECLI:NL:GHAMS:2015:1412
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake informatiebeschikking voor inkomstenbelasting over de jaren 2009 en 2010
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een informatiebeschikking die door de inspecteur van de Belastingdienst is genomen met betrekking tot de heffing van inkomstenbelasting voor de jaren 2009 en 2010. De belanghebbende, aangeduid als [X] te [Z], heeft bezwaar gemaakt tegen deze informatiebeschikking, die is genomen op basis van gegevens van microfiches en ambtsedige processen-verbaal. De inspecteur heeft vastgesteld dat de gevraagde informatie van belang kan zijn voor de belastingheffing, en de rechtbank heeft deze beslissing bevestigd.
De rechtbank heeft in haar uitspraak vastgesteld dat de belanghebbende en zijn echtgenote in 1994 gerechtigd waren tot een bankrekening bij de Kredietbank Luxembourg, met een saldo van meer dan 745.000 gulden. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende niet aan zijn verplichting had voldaan om de gevraagde gegevens te verstrekken, en dat de informatiebeschikking terecht was genomen. Het Hof heeft deze conclusie bevestigd en benadrukt dat de inspecteur zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de gevraagde informatie van belang is voor de heffing van inkomstenbelasting.
Het Hof heeft geoordeeld dat de belanghebbende niet heeft kunnen volstaan met zijn ontkenning dat hij rekeninghouder is geweest, en dat hij alsnog in de gelegenheid moet worden gesteld om de gevraagde informatie te verstrekken. De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is en dat de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De kostenveroordeling is niet aan de orde, omdat het Hof geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de kosten.