ECLI:NL:GHAMS:2015:1413
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Informatiebeschikking inzake inkomstenbelasting voor de jaren 2009 en 2010
In deze zaak gaat het om een informatiebeschikking die door de inspecteur van de Belastingdienst is genomen ten aanzien van de belanghebbende, [X-Y], met betrekking tot de heffing van inkomstenbelasting voor de jaren 2009 en 2010. De inspecteur heeft op 21 november 2012 een informatiebeschikking genomen, die na bezwaar door de rechtbank is gehandhaafd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gevraagde informatie van belang kan zijn voor de belastingheffing, gezien de gegevens van microfiches en ambtsedig opgemaakte processen-verbaal. De belanghebbende heeft in hoger beroep de juistheid van deze informatiebeschikking betwist, maar het Hof heeft de conclusie van de rechtbank bevestigd.
Het Hof heeft vastgesteld dat de inspecteur zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de gevraagde informatie van belang is voor de heffing van inkomstenbelasting. De rechtbank had eerder vastgesteld dat de belanghebbende en haar echtgenoot in 1994 gerechtigd waren tot een bankrekening bij de Kredietbank Luxembourg, met een saldo van meer dan 745.000 gulden. De belanghebbende heeft echter geen informatie verstrekt over deze rekening in haar aangiften voor de jaren 2009 en 2010, wat aanleiding gaf tot de informatiebeschikking.
Het Hof heeft geoordeeld dat de informatiebeschikking terecht is genomen, omdat de belanghebbende niet heeft voldaan aan de verplichting om de gevraagde gegevens te verstrekken. De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De kostenveroordeling is niet aan de orde, omdat het Hof geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de kosten.