ECLI:NL:GHAMS:2015:1415
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake revisierente bij afkoop lijfrenteverzekering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 maart 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de oplegging van revisierente aan belanghebbende wegens de afkoop van een lijfrenteverzekering. De inspecteur van de Belastingdienst had aan belanghebbende een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2010, waarbij ook revisierente in rekening was gebracht. Belanghebbende betwistte de revisierente, stellende dat de inspecteur de wettelijke regeling onterecht had toegepast en dat de situatie onbillijk was, gezien zijn financiële omstandigheden en het verlies dat hij had geleden door de afkoop van de verzekering. Het Hof oordeelde dat de inspecteur de wettelijke regeling inzake revisierente correct had toegepast. De wetgever had met de regeling beoogd het rentenadeel te compenseren dat de Staat lijdt wanneer niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor aftrek van premies. Het Hof concludeerde dat de omstandigheid dat belanghebbende geen positief rendement had behaald, niet afdeed aan de verplichting tot het betalen van revisierente. Het beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De kostenveroordeling werd afgewezen.