Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Amsterdam,
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
4. Bevindingen
Als eerste bron heb ik de website van werkgever
[website]geraadpleegd en de volgende informatie verkregen. Werkgever exploiteert sinds 1993 een horecagroothandel en levert diverse producten aan die variëren van glas en porselein tot aan het samenstellen van de keuken. Werkgever heeft een groot assortiment elektrotechnische en aan keukenapparatuur, zoals: gekoelde werkbanken, koel- en vriessystemen, koelvitrines, wijnklimaatkasten, bakplaten, heteluchtovens, fornuizen, vaatwasmachines enz. Voor de installatie van keukenapparatuur heeft werkgever een eigen monteur in dienst.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
41. Groothandel I (met inbegrip van daartoe behorende nevenwerkzaamheden, welke uitsluitend of praktisch uitsluitend ten behoeve van de eigen groothandel worden verricht), omvattende:
In het bijzonder de beantwoording van de vraag wat in dit kader nu al dan niet als een “technisch” product moet worden verstaan levert problemen op; (…).
Er is dan ook aanleiding gezien te komen tot een nadere beleidsmatige invulling van de hierboven genoemde begrippen.
groothandel in elektrotechnische en elektronische artikelen, waaronder dient te worden begrepen de groothandel in artikelen dienende tot het meten, muteren, schakelen, transformeren, transporteren en voortbrengen van elektrisch arbeidsvermogen alles in de meest ruime zin met inbegrip van aanverwante artikelen en toebehoren en onderdelen hiervan zoals onder meer: installaties op het gebied van energie en informatiesystemen, verlichtingsartikelen, elektrische huishoudelijke toestellen, audio en videoproducten (banden, cd’s, cdi’s, cd-roms) in hun hoedanigheid van onbewerkte gegevensdrager, elektronische audio- en beeldapparaten, antennemateriaal, computers en computerrandapparatuur (hardware), elektronische muziekinstrumenten, producten op het gebied van telefonie, elektrische- en elektronische meet- en regelapparatuur, stofzuigers, magnetrons, was- en droogmachines e.d.;
groothandel in huishoudelijke artikelen, waaronder dient te worden begrepen de groothandel in artikelen bestemd voor particulier huishoudelijk gebruik, zoals kookapparatuur, kook, bak-, braad- en keukengerei, ongeacht het materiaal waarvan de artikelen zijn vervaardigd.”
De werkzaamheden van belanghebbende dienen derhalve naar ’s Hofs oordeel en gelet op de omschrijving van de hiervoor vermelde categorieën te worden gerangschikt onder sector 42. Groothandel II. Naar het oordeel van het Hof mist artikel 96, tweede lid, Wfsv toepassing, nu belanghebbende geen werkzaamheden doet verrichten die behoren tot verschillende sectoren.
Het gaat dan, zoals ook blijkt uit de onder 4.6 aangehaalde passage van de toelichting, in het bijzonder om het onder groothandel in technische producten en metalen (mede) verstaan van een groothandel in huishoudelijke artikelen. Dit kan echter niet ertoe leiden dat de in de Bijlage I van de Regeling Wfsv beschreven sector 41. Groothandel I wordt uitgebreid tot mede omvattende ‘huishoudelijke artikelen’, waaronder naar het spraakgebruik niet alleen huishoudelijke elektrische apparaten worden begrepen, maar ook andere producten bestemd voor het (particuliere) huishouden, zoals ‘koppen, glazen, schotels en schoonmaakartikelen’. Redelijkerwijs kan immers niet worden aangenomen dat de regelgever met de tot sector 41. Groothandel I behorende categorie ‘technische producten en metalen’ ook de handel in ‘koppen, glazen, schotels en schoonmaakmiddelen’ heeft bedoeld. De toelichting kan op dit punt geen uitbreiding geven aan of wijziging brengen in een op zichzelf voldoende duidelijke tekst van Bijlage I van de Regeling Wfsv. Het Hof ziet derhalve in de onder 4.6 aangehaalde passage van de toelichting geen reden om af te wijken van een op de tekst van voormelde bijlage gebaseerde uitleg van de Regeling Wfsv. Dit oordeel geldt eveneens voor de nadere omschrijving van sector 41. Groothandel I in de Mededeling van 8 januari 2001, als vermeld onder 4.4, voor zover al deze (vervallen) mededeling voor de toepassing van de thans geldende Regeling Wfsv nog van belang zou kunnen zijn (vgl. HR 9 januari 2015, nr. 14/00986, ECLI:NL:HR:2015:33, r.o. 2.3.2).
5.5. Kosten
6.Beslissing
Groothandel II;
€ 2,50;