Uitspraak
1.[appellanten] ,
[appellanten],
[appellanten] ,
Het verdere geding in hoger beroep
2.Verdere beoordeling
zonder dat daartoe opzegging is vereist(onderstreping hof) - op de (norm)pensioendatum…”. Wat die datum voor een werknemer is, volgt uit het op die werknemer toepasselijke reglement en was voor [appellanten] . het bereiken van de 63-jarige leeftijd, tenzij een verzoek te mogen doorwerken zou worden gehonoreerd. Zoals in het tweede tussenarrest is beslist, maakt KLM met het hanteren van de pensioenleeftijd van 63 jaar en het niet honoreren van het verzoek van [appellanten] . te mogen doorwerken, een verboden onderscheid naar leeftijd en heeft de in de cao getroffen regeling over het einde van de arbeidsovereenkomst aldus een discriminatoir karakter. Een dergelijk beding is nietig op grond van artikel 13 Wgbl. Het bereiken van de pensioenleeftijd heeft het einde van de arbeidsovereenkomst tot gevolg zonder dat daarvoor nog een rechtshandeling (een opzegging) vereist is. Er behoefde geen opzegging plaats te vinden en er heeft ook geen opzegging plaatsgevonden. Alleen een discriminatoire opzegging is (op grond van artikel 11 lid 1 Wgbl) vernietigbaar. Het feit dat KLM de mogelijkheid had een verzoek door te werken te honoreren, maakt, anders dan KLM heeft bepleit, het vorenstaande niet anders. De weigering van KLM om [appellanten] . later (dan op de ‘normpensioendatum’) met pensioen te laten gaan kan niet aangemerkt worden als een discriminatoire en dus vernietigbare opzegging, zoals KLM bepleit, maar moet worden gezien als een weigering om een uitzondering te maken op het discriminatoire pensioenbeding. Dat beding strekte tot het van rechtswege eindigen van de arbeidsovereenkomsten en is, zoals in het tussenarrest is overwogen, nietig. Het hof ziet dus geen aanleiding terug te komen van zijn onderhavige beslissing.
€ 3.002,82 netto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectieve vervaldata en ter zake van wettelijke verhoging € 1.039,36 (€ 73.146,21 – € 62.752,63 x 10%) bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 september 2011;