Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Stukken van het geding
3.Feiten
9 september 2008 heeft [makelaar] de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik van het pand getaxeerd op € 940.000,-. In het rapport is op pagina 4 onder meer vermeld:
‘Gerealiseerde aanzienlijke renovaties, verbouwingen: Ja, renovatie en verbouw in 2008’. [makelaar] heeft tevens waardeverklaringen voor de verschillende (woon)eenheden gegeven, gedateerd 9 september 2008.
21 november 2008, verleden door de notaris, heeft de woonvereniging een recht van tweede hypotheek op het pand gevestigd ten behoeve van [klager 3] (klager 3), vader van [bewoner 2], tot zekerheid van de terugbetaling van hetgeen[bewoner 2] haar vader was verschuldigd uit hoofde van een geldlening voor de betaling van de koopprijs en de storting in het reservefonds. In die akte zijn [de heer X] en [de heer Y] vermeld als bestuurders van de woonvereniging.
4.Standpunt van klagers
5.Standpunt van de notaris
6.Beoordeling
e-mail van 22 juli 2010 (productie B bij het verweerschrift van de notaris in hoger beroep) aan de leden en het bestuur van de woonvereniging uitlatingen gedaan waaruit valt op te maken dat hij in elk geval op dat moment bekend was met het feit dat [BV I] bestuurder – en dus lid – van de woonvereniging was en met de overige informatie waarvan deze klagers stellen dat die hen bij de toetreding was onthouden. Uit de e-mail van klager 3 had de daarin gegeven informatie vanaf dat moment ook bij de bewoners bekend kunnen zijn, zeker gevoegd bij de hiervoor genoemde aanwijzingen. De bewoners hebben niet aangevoerd dat zij geen kennis hebben genomen van de inhoud van deze e-mail. Dat brengt mee dat de bewoners en klager 3 te laat, immers pas op 23 december 2013, hierover een klacht bij de kamer hebben ingediend. Zij zijn niet-ontvankelijk in dit klachtonderdeel.
27 juli 2011 blijkt volgens klagers dat de notaris partijdig was. Bovendien zijn de bewoordingen van die e-mail en de dreiging jegens klager 3 ‘om zijn tweede hypotheekrecht onderuit te halen’ klachtwaardig, aldus klagers. De notaris heeft verder geen of onvolledige informatie verstrekt over de gevolgen van de splitsing en de bereidheid van [de bank] om een compensatie te betalen en bovendien een ontwerp voor de splitsingsakte opgesteld, terwijl de financiering nog niet rond was.
[bewoner 2]) zijn gewijzigd. Volgens de kamer zijn [bewoner 2] en klager 3 misleid door de verkeerde aanduiding van de leden van de woonvereniging in de onder 3.2.9. genoemde akte van 21 november 2008. Het klachtonderdeel is volgens de kamer gegrond omdat de notaris onzorgvuldig heeft gehandeld door het verstrekken van aangepaste notulen op aktepapier, door het niet-rectificeren van de notulen of het niet-vermelden dat de aangepaste notulen in de plaats treden van de eerdere notulen en door de onjuiste aanduiding van de leden van de woonvereniging in de eerdergenoemde akte.
e-mail van de notaris van 3 mei 2012 (zie 3.2.16.).
7.Beslissing
11 april 2008 jegens de bewoners, klager 3 en ouders 4 en 5 gegrond;