Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 september 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, die niet tijdig het hogerberoepschrift had ingediend. De belanghebbende had op 21 april 2010 een overzicht van de verschuldigde omzetbelasting over de jaren 2001 tot en met 2003 ingediend, wat door de inspecteur als bezwaar werd aangemerkt. De inspecteur verklaarde het bezwaar op 11 februari 2014 niet-ontvankelijk. De rechtbank Noord-Holland bevestigde deze beslissing op 30 oktober 2014, waarop belanghebbende hoger beroep instelde. Het hogerberoepschrift werd echter pas op 16 december 2014 door het Hof ontvangen, na het verstrijken van de termijn. De belanghebbende stelde dat hij het hogerberoepschrift op 12 december 2014 ter post had bezorgd, maar het Hof oordeelde dat de stempel van het postvervoerbedrijf, dat op 12 december 2014 was geplaatst, niet voldoende bewijs bood dat het hogerberoepschrift tijdig was verzonden. Het Hof concludeerde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was, waardoor de inhoudelijke grieven van belanghebbende niet aan de orde kwamen. De uitspraak benadrukt de strikte eisen omtrent de tijdigheid van het indienen van hoger beroep en de bewijslast die op de indiener rust.