ECLI:NL:GHAMS:2015:5016

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 december 2015
Publicatiedatum
4 december 2015
Zaaknummer
200.165.279/01 NOT
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht tegen een notaris inzake onjuiste akte veiling en gunning

In deze zaak heeft klager op 24 februari 2015 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in Amsterdam, die op 19 februari 2015 de klacht van klager tegen de notaris ongegrond verklaarde. Klager verwijt de notaris dat hij in opdracht van de verkeerde banken de akte veiling en gunning heeft verleden, een onjuiste postcode in die akte heeft opgenomen en een verkeerde veilingdatum in een brief heeft vermeld. De notaris heeft op 26 maart 2015 een verweerschrift ingediend en de zaak is behandeld op de openbare terechtzitting van 17 september 2015, waar de notaris en zijn advocaat, mr. H.J. van der Hauw, aanwezig waren.

Het hof heeft kennisgenomen van de stukken van de eerste instantie en de feiten zoals vastgesteld door de kamer. Het hof oordeelt dat klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat de notaris bij de openbare verkoop van het woonhuis in opdracht van de verkeerde bank heeft gehandeld. De door klager genoemde fouten zijn niet voldoende ernstig om tot een tuchtrechtelijk verwijt te leiden. Het hof bevestigt de beslissing van de kamer en verklaart de klacht ongegrond. De uitspraak is gedaan door de rechters W.J.J. Los, J.C.W. Rang en G. Kleykamp - Van der Ben en is openbaar uitgesproken op 1 december 2015.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.165.279/01 NOT
nummer eerste aanleg : 574769/NT 14-63 B
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 1 december 2015
inzake
[naam] ,
wonend te [plaats] ,
appellant,
tegen
mr. [naam] ,
notaris te [plaats] ,
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. H.J. van der Hauw, advocaat te Velsen-Zuid.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Appellant (hierna: klager) heeft op 24 februari 2015 een beroepschrift - met bijlagen - bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Amsterdam (hierna: de kamer) van 19 februari 2015 (ECLI:NL:TNORAMS:2015:7). De kamer heeft in de bestreden beslissing de klacht van klager tegen geïntimeerde (hierna: de notaris) ongegrond verklaard
.
1.2.
De notaris heeft op 26 maart 2015 een verweerschrift bij het hof ingediend.
1.3.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 17 september 2015. De notaris is verschenen, vergezeld van mr. H.J. van der Hauw. Beiden hebben het woord gevoerd, mr. Van der Hauw aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnota.

2.Stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

3.Feiten

3.1.
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de kamer geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat.
3.2.
Kort gezegd gaat het in deze zaak om het volgende.
3.2.1.
Ten behoeve van de Rabohypotheekbank N.V. en de Coöperatieve Rabobank IJmuiden U.A. is in 2006 ten laste van klager een eerste recht van hypotheek gevestigd op een aan klager toebehorend woonhuis. Vanwege betalingsachterstanden hebben de Rabohypotheekbank N.V. en de Rabobank Velsen en Omstreken U.A. (verder ook gezamenlijk te noemen: de bank) de hypothecaire geldlening in februari 2013 (opnieuw) opgeëist.
3.2.2.
Vervolgens heeft de bank bij brief van 25 oktober 2013 de notaris verzocht om tot veiling van het woonhuis over te gaan.
3.2.3.
Bij brief van 13 november 2013 heeft de notaris klager geïnformeerd over de geplande executieveiling van het woonhuis en de gang van zaken bij een executieveiling.
3.2.4.
Op 14 februari 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder op verzoek van de bank aan klager bij exploot aangezegd dat de openbare verkoop van het woonhuis van klager zal plaatsvinden op vrijdag 21 maart 2014 te [plaats].
3.2.5.
Op 4 maart 2014 heeft de notaris de akte verleden ten aanzien van de vaststelling voorwaarden hypotheekveiling van het woonhuis.
3.2.6.
Op 26 maart 2014 heeft de notaris de akte verleden met betrekking tot de veiling en gunning van het woonhuis (hierna: de akte veiling en gunning).
3.2.7.
Op 7 mei 2014 heeft de notaris de akte van kwijting ten aanzien van het onroerend goed gepasseerd.

4.Standpunt van klager

Klager verwijt de notaris het volgende.
i. De notaris heeft in opdracht van de verkeerde banken, te weten de Rabohypotheekbank N.V. en de Rabobank Velsen en Omstreken U.A. , de akte veiling en gunning verleden. Volgens klager mocht uitsluitend de Coöperatieve Rabobank IJmuiden U.A. hiertoe opdracht geven.
ii. De notaris heeft een onjuiste postcode in de akte veiling en gunning opgenomen.
iii. De notaris heeft in zijn brief van 13 november 2013 een verkeerde veilingdatum vermeld.

5.Standpunt van de notaris

De notaris heeft verweer gevoerd. Het standpunt van de notaris wordt, voor zover relevant, hieronder besproken.

6.Beoordeling

Ontvankelijkheid
6.1.
De notaris heeft aangevoerd dat klager niet in zijn beroep kan worden ontvangen omdat het beroep niet is onderbouwd en geen grieven zijn geformuleerd. Het hof passeert dit betoog. De wet eist niet dat beroepsgronden worden aangedragen. In beroep moet het hof de zaak opnieuw in volle omvang behandelen, zoals klager kennelijk ook wenst.
Gang van zaken eerste aanleg
6.2.
Klager maakt in zijn beroepschrift bezwaar tegen de gang van zaken in eerste aanleg. In het bijzonder verwijt hij de kamer – door bij vervroeging uitspraak te doen – de zaak onzorgvuldig en haastig te hebben behandeld.
6.3.
Dit bezwaar van klager behoeft, wat overigens ook zij van de gegrondheid ervan, naar het oordeel van het hof geen nadere bespreking, aangezien het hof de klacht van klager opnieuw in volle omvang behandelt. Overigens kan uit het feit dat de kamer bij vervroeging uitspraak heeft gedaan, niet worden afgeleid dat de kamer onzorgvuldig of haastig tot een beslissing is gekomen.
Aangifte
6.4.
Klager stelt in zijn beroepschrift dat hij
‘bij deze’aangifte wil doen tegen alle betrokkenen wegens vastgoedfraude, diefstal en valsheid in geschrifte. Voor het doen van aangifte is het hof echter niet de juiste instantie, zodat het hof hieraan voorbij gaat.
Onderzoek hoger beroep
6.5.
Het onderzoek in hoger beroep heeft naar het oordeel van het hof niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de kamer, waarmee het hof zich verenigt. Het komt op het volgende neer. Niet aannemelijk is geworden dat de notaris bij de openbare verkoop van het woonhuis in opdracht van de verkeerde bank heeft gehandeld. De genoemde (type)fouten hebben klager niet benadeeld en zijn niet voldoende ernstig om tot een tuchtrechtelijk verwijt te leiden.
6.6.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan buiten beschouwing blijven omdat het niet van belang is voor de beslissing in deze zaak.
6.7.
Het hiervoor overwogene leidt tot de volgende beslissing.

7.Beslissing

Het hof bevestigt de bestreden beslissing.
Deze beslissing is gegeven door mrs. W.J.J. Los, J.C.W. Rang en G. Kleykamp - Van der Ben en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2015 door de rolraadsheer.