In deze zaak heeft klager op 24 februari 2015 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in Amsterdam, die op 19 februari 2015 de klacht van klager tegen de notaris ongegrond verklaarde. Klager verwijt de notaris dat hij in opdracht van de verkeerde banken de akte veiling en gunning heeft verleden, een onjuiste postcode in die akte heeft opgenomen en een verkeerde veilingdatum in een brief heeft vermeld. De notaris heeft op 26 maart 2015 een verweerschrift ingediend en de zaak is behandeld op de openbare terechtzitting van 17 september 2015, waar de notaris en zijn advocaat, mr. H.J. van der Hauw, aanwezig waren.
Het hof heeft kennisgenomen van de stukken van de eerste instantie en de feiten zoals vastgesteld door de kamer. Het hof oordeelt dat klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat de notaris bij de openbare verkoop van het woonhuis in opdracht van de verkeerde bank heeft gehandeld. De door klager genoemde fouten zijn niet voldoende ernstig om tot een tuchtrechtelijk verwijt te leiden. Het hof bevestigt de beslissing van de kamer en verklaart de klacht ongegrond. De uitspraak is gedaan door de rechters W.J.J. Los, J.C.W. Rang en G. Kleykamp - Van der Ben en is openbaar uitgesproken op 1 december 2015.