Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
algemene griefen
grief 1betoogt [appellant] dat - zo begrijpt het hof - de kantonrechter ten onrechte heeft beslist dat Duwo in het geval van [appellant] gebruik kan maken van de opzeggingsgrond “dringend eigen gebruik”.
grieven II en IIIbetoogt [appellant] dat de kantonrechter ten onrechte de omstandigheden waarin [appellant] verkeert niet doorslaggevend heeft geacht in de belangenafweging en ten onrechte heeft aangenomen dat [appellant] andere passende woonruimte kan verkrijgen.
grief IVverzoekt [appellant] rekening te houden met een verhuistermijn van een jaar en hem voorts een vergoeding voor verhuis- en herinrichtingskosten toe te kennen van € 30.000,-.
Het hof zal bepalen dat de huurovereenkomst met ingang van 1 mei 2016 wordt beëindigd, zodat [appellant] de tijd heeft om op zoek te gaan naar andere woonruimte.