Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïntimeerde sub 2],
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de naamloze vennootschap Schretlen & Co N.V. tegen de vonnissen van de rechtbank Amsterdam. Schretlen heeft van 1991 tot 2008 vermogensbeheer en -advies verleend aan [geïntimeerde sub 1] en zijn echtgenote, die ook de besloten vennootschap De Treemter B.V. vertegenwoordigen. Na het vertrek van de vaste vermogensmanager [A] in april 2008, stellen [geïntimeerden] dat Schretlen tekort is geschoten in haar zorgplicht door onvoldoende opvolging en risicovolle adviezen te geven, wat heeft geleid tot aanzienlijke financiële schade. De rechtbank heeft in haar tussenvonnis van 9 januari 2013 geoordeeld dat Schretlen toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichtingen en dat de schade moet worden vergoed, waarna de zaak naar de schadestaatprocedure is verwezen.
In het hoger beroep heeft Schretlen grieven ingediend tegen de vonnissen van de rechtbank. Het hof heeft de feiten die door de rechtbank zijn vastgesteld als bindend beschouwd. Het hof oordeelt dat Schretlen niet voldoende heeft aangetoond dat zij niet tekort is geschoten in haar verplichtingen. De vorderingen van [geïntimeerden] zijn niet toewijsbaar, omdat zij niet hebben aangetoond dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de gestelde tekortkomingen van Schretlen en de door hen geleden schade. Het hof vernietigt de vonnissen van de rechtbank en wijst de vorderingen van [geïntimeerden] af, waarbij zij worden veroordeeld in de proceskosten.