ECLI:NL:GHAMS:2016:239
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huur bedrijfsruimte en ontvankelijkheid in hoger beroep met betrekking tot huurovereenkomst onder artikel 7:230a BW
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de beschikkingen van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, waarbij de kantonrechter op 26 maart 2015 en 24 juni 2015 beslissingen heeft genomen over de huurovereenkomst tussen [appellant] en Kess Corporation N.V. De huurovereenkomst betreft een bedrijfsruimte die door [appellant] werd gehuurd voor de exploitatie van een telecom/internetwinkel. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurovereenkomst onder artikel 7:230a BW valt, wat betekent dat de huurovereenkomst niet als 290-bedrijfsruimte kan worden gekwalificeerd. [appellant] heeft in hoger beroep aangevoerd dat de kantonrechter hem ten onrechte ontvankelijk heeft geacht in zijn verzoek op basis van artikel 7:230a BW, omdat dit artikel volgens hem niet van toepassing is. Kess heeft als verweer aangevoerd dat [appellant] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn hoger beroep, omdat tegen een beschikking op basis van artikel 7:230a BW in beginsel geen hoger beroep openstaat. Het hof heeft echter geoordeeld dat [appellant] wel degelijk een doorbrekingsgrond heeft gesteld, waardoor hij ontvankelijk is in zijn hoger beroep. Het hof heeft vervolgens vastgesteld dat de huurovereenkomst in overwegende mate voor een ander doel dan als 290-bedrijfsruimte wordt gebruikt, en heeft de beslissing van de kantonrechter bekrachtigd. [appellant] is veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.