Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
1 Reikwijdte van het onderzoek
3.Algemeen
4.Bevindingen
[Hof: van belanghebbende]spreekt in zijn faxbericht over
‘een benadering van deze verschuldigde BTW door middel van een zogenaamd mixpercentage.’
inclusief omzetbelasting. Dit percentage kunnen wij ook destilleren uit de ingediende suppletie.
‘Omdat de gegevens onbetrouwbaar waren, werd voor 2002 tot en met 2005 een BTW-mixpercentage gehanteerd, die gebaseerd zijn op ervaringscijfers en mede op onze forfaitaire berekeningsmethode en analyses uit 2001. Daarbij is per jaar gekeken naar gewijzigde patronen in de verkoop, de verhoudingen met name in de laaggroepen ten opzichte van de hooggroepen voor de afdracht omzetbelasting, hieruit is gebleken dat er sprake moest zijn van een daling in de BTW-afdracht.’
inclusief omzetbelasting.
inclusief omzetbelasting, maar van de omzet
exclusief omzetbelasting. Een wezenlijk verschil: uitgedrukt in procenten van de omzet
inclusief omzetbelastingkomen de gehanteerde percentages op respectievelijk 9,91%, 9,91%, 9,36% en 9,32%.
inclusief omzetbelasting-, blijkt overtuigend uit onze berekeningen en de toelichting daarop.
2.583.242
930
2.477.434
11,99%
- 450
2.579.330
50.067
300.519
2.478.184
12,12%
15.643
261.543
26.203
exclusief omzetbelasting. Het simpelweg ‘loslaten’ van de tarieven op de diverse groepen is niet mogelijk. Het uit een dergelijke berekening voorvloeiende totaal van omzet plus omzetbelasting valt hoger uit dan het bedrag dat daadwerkelijk is ontvangen. Als basis voor onze berekening hebben wij daarom genomen het totaal van omzet en omzetbelasting volgens bijlage F5 bij de brief van [naam accountant] d.d. 25 april 2006.
37.1
5.Overzicht correcties
63.783
244.777
7.Boete
3.Geschil in hoger beroep
4.Wettelijk kader
5.Beoordeling van het geschil
- belanghebbende heeft gesteld dat zij relatief meer planten verkoopt dan het gemiddelde tuincentrum (‘groener is”), doch dat zij deze stelling tegenover de gemotiveerde betwisting door de inspecteur die de inkopen ‘planten’ in de periode 2002 tot en met 2007 heeft becijferd op 32%, de inkopen ‘overige laag’ op 8%, welk aandeel overeenkomt met het branchegemiddelde, niet aannemelijk heeft gemaakt;
- het winstpercentage dat in de berekening van belanghebbende resteert voor de omzet ‘hoog’ onaannemelijk laag is, althans beduidend lager dan de insteekmarge van ongeveer 70% waarvoor deze categorie goederen, zo is door de inspecteur op aannemelijke wijze gesteld, ter verkoop werden aangeboden;
- het winstpercentage zoals door belanghebbende berekend voor planten (van 183%) enkel kan worden gerealiseerd door factoren als derving, kortingsacties of afprijzing van (bloeiende) planten geheel buiten beschouwing te laten en dat een dergelijke premisse het Hof onaannemelijk voorkomt.
Eerst na bestudering van de aangeleverde cijfers zal ik beslissen of de nu gehanteerde methodiek ook voor het verleden toegepast kan worden. (…)’.
(…). Stellig opgemerkt dat met mevrouw [naam medewerker 2] op 18 september jl. toch duidelijk is afgesproken dat de informatie uit 2009 niet zal worden gebruikt om de voorgaande jaren daarop vast te baseren (…). Alles is welswaar fruit, maar je moet geen appels met peren vergelijken. (…)”.
‘(…) inzake het enkele malen verlaagde mixpercentage is aan u bevestigd dat deze verlagingen gebaseerd zijn geweest op instructie van de heer [Q] , (…)en op basis van de inkoopcijfers van de laag tarief goederen’.De onderstreepte zinsnede, waarop door de gemachtigde van belanghebbende in hoger beroep met nadruk is gewezen omdat deze passage bij haar oordeelsvorming niet zou zijn meegewogen door de rechtbank, neemt niet weg dat de verlaging van het mengpercentage heeft plaatsgehad op instigatie van de [Q] . Laatstgenoemde merkt het Hof als feitelijke leidinggevende aan omdat zijn handelen c.q. orders direct hebben geleid tot het indienen van de in geding zijnde te lage aangiften omzetbelasting.
“Vanaf 2004 is dit mixpercentage bijgesteld naar 10% op aanwijzing van de heer [Q] , gebaseerd op zijn bevinden dat de verkopen laag meerdere groepen hebben en deze steeds in de verkopen tegen hoog tarief werden aangeslagen”.