In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin zijn vordering tegen het Pensioenfonds werd afgewezen. [appellant] heeft van 1974 tot 2001 gewerkt bij Lucent Technology en heeft deelgenomen aan de pensioenregeling van het Pensioenfonds. Na zijn uitdiensttreding ontving hij een premievrije polis met een toezegging voor een levenslang ouderdomspensioen. Na uitstel van zijn pensioendatum verzocht hij om een verhoging van het pensioenbedrag, gebaseerd op een eerdere communicatie van het Pensioenfonds. Het Pensioenfonds voerde echter een korting door vanwege een lage dekkingsgraad, wat leidde tot een lager pensioenbedrag. Het hof oordeelt dat het Pensioenfonds correct heeft gehandeld volgens het pensioenreglement en dat er geen onaanvaardbaar rechtsgevolg is ontstaan door de toepassing van de omrekenfactoren. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vordering van [appellant] af, waarbij hij in de proceskosten wordt veroordeeld.