ECLI:NL:GHAMS:2016:3763
Gerechtshof Amsterdam
- Wraking
- A.M. van Amsterdam
- P.A.M. Hoek
- J.W. Hoekzema
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in strafzaak met betrekking tot opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en mishandeling
Op 6 juli 2016 diende een wrakingsverzoek van de verzoeker in een strafzaak bij het Gerechtshof Amsterdam. Dit verzoek was gericht tegen de rechters A.J.M. Kaptein, C.G.M. van Rijnberk en T.L. Tan, die betrokken waren bij de behandeling van de hoofdzaak, waarin de verzoeker was veroordeeld tot een taakstraf voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en mishandeling. De wrakingskamer van het Gerechtshof Den Haag had het verzoek op 12 juli 2016 doorverwezen naar het Gerechtshof Amsterdam. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 september 2016 was de verzoeker niet aanwezig, maar zijn raadsman, mr. I.A. van Straalen, heeft het verzoek toegelicht. De advocaat-generaal, mr. A.C. Bijlsma, heeft geconcludeerd tot afwijzing van het wrakingsverzoek.
De wrakingsgrond was gebaseerd op de vrees voor partijdigheid van de rechters, omdat de verzoeker meende dat het hof zich al een oordeel had gevormd over de zaak zonder de getuigen te horen die de verdediging had verzocht. De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat de rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, en dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die deze veronderstelling konden weerleggen. De beslissing van het hof om bepaalde verzoeken van de verdediging af te wijzen, werd niet als bewijs van vooringenomenheid gezien.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, waarbij werd benadrukt dat de onpartijdigheid van de rechters niet in het geding was. De beslissing werd genomen door de rechters A.M. van Amsterdam, P.A.M. Hoek en J.W. Hoekzema, en is op 19 september 2016 openbaar uitgesproken.