Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
: “Door middel van dit schrijven wil ik de huurovereenkomst betreffende [adres] , conform artikel 1.2 per direct beëindigen. De reden voor deze opzegging is, woonruimte wordt gebruikt voor productie van hennep. Voor schoon en opgeruimd opleveren krijgt u t.m zondag 18-5-2014 de tijd.”Uit deze tekst valt echter niet af te leiden dat [appellant] heeft ingestemd met de ontruiming door [X] . Hij heeft dat ook betwist. De tekst duidt er slechts op dat [X] het initiatief voor de ontruiming en de oplevering bij [appellant] legt en hem daarvoor tot en met het einde van 18 mei 2014 de tijd heeft gegeven. Dat iets anders de bedoeling van partijen was, is onvoldoende onderbouwd. Nu [X] zelf de ochtend van 18 mei 2014 is begonnen met de ontruiming was dit op zichzelf zonder recht of titel, zoals de kantonrechter terecht heeft overwogen. Bovendien is de genoemde brief pas in de loop van de ochtend van 18 mei 2014 aan [appellant] ter hand gesteld. Doordat [X] toen al op eigen initiatief tot ontruiming was overgegaan, heeft zij [appellant] de mogelijkheid onthouden een gewone opleveringsprocedure te doorlopen en heeft zij impliciet ingestemd met een oplevering in de staat waarin het gehuurde zich op 18 mei 2014 bevond. Dit betekent dat de incidentele grieven falen.