2.3.Het hof heeft in het verstekarrest van 13 oktober 2015 onder 2.1 tot en met 2.7 een aantal feiten vastgesteld. De juistheid van deze feitenweergave is door partijen in de na dit arrest gewisselde stukken niet ter discussie gesteld. Daarom dienen deze feiten ook thans, voor de beoordeling van het onderhavige verzet, als uitgangspunt. Het gaat in deze zaak, kort samengevat en aangevuld met de verder in hoger beroep gebleken feiten, om het volgende.
( a) Delta Lloyd heeft sinds 1 december 2005 aan [geopposeerde] een woning te Amstelveen verhuurd tegen een huurprijs van, met ingang van de laatst bekende huurprijswijziging per juli 2014, € 550,69 per maand.
( b) Medio 2014 heeft [geopposeerde] een huurachterstand laten ontstaan. Tot en met de huur over de maand september 2014 bedroeg de huurachterstand volgens opgave van Delta Lloyd € 1.118,11. Delta Lloyd heeft [geopposeerde] in september, oktober en november 2014 schriftelijk tot betaling aangemaand.
( c) Bij inleidende dagvaarding van 14 november 2014 heeft Delta Lloyd [geopposeerde] in rechte betrokken en gevorderd dat de huurovereenkomst zal worden ontbonden, dat [geopposeerde] zal worden veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde en tot betaling van € 1.891,18, met wettelijke rente over (de kale huurachterstand van) € 1.685,49, te vermeerderen met nog te vervallen huurtermijnen c.q. schadevergoeding ter hoogte van verschuldigde huur na ontbinding van de huurovereenkomst. In de dagvaarding is gespecificeerd dat de kale huurachterstand van € 1.685,49 als volgt is samengesteld: € 1.118,11 (betalingsachterstand t/m september 2014) en € 1.101,38 (huur over de maanden oktober en november 2014) te verminderen met een door [geopposeerde] verrichte betaling van € 534,=. In de dagvaarding wordt voorts betaling gevorderd van € 167,72 aan buitengerechtelijke incassokosten en btw hierover van € 35,22 alsmede de rente tot de dag van dagvaarding van € 2,75, zodat het totaal door [geopposeerde] verschuldigde € 1.891,18 bedraagt.
( d) [geopposeerde] heeft in eerste aanleg in persoon schriftelijk verweer gevoerd. Het door [geopposeerde] gevoerde verweer heeft het hof in het verstekarrest onder 2.4 geciteerd. Dat verweer komt erop neer dat [geopposeerde] sinds 2013 werkloos is, dat de Belastingdienst op haar WW‑uitkering beslag heeft gelegd, waardoor zij nog meer in de knel is geraakt, dat zij sinds augustus 2014 ziek is en geen volledige uitkering heeft gekregen, dat zij nu al weken zonder inkomen zit en zich tot schuldhulp van de gemeente Amstelveen heeft gewend, alsmede dat zij er alles aan doet om aan haar betaalverplichtingen te voldoen, dat van onwil geen sprake is en dat zij zal proberen de achterstand in te halen zodra haar uitkering binnenkomt.
( e) De kantonrechter heeft bij vonnis van 12 december 2014, zonder voorafgaand een comparitie van partijen te bevelen, de vorderingen van Delta Lloyd als door [geopposeerde] erkend toegewezen, met vaststelling van de proceskosten op € 707,77 te vermeerderen met € 50,= aan nasalaris, te verhogen met € 68,= bij betekening van het vonnis. Delta Lloyd heeft het vonnis van de kantonrechter op 30 december 2014 aan [geopposeerde] doen betekenen en op 9 januari 2015 heeft Delta Lloyd het gehuurde doen ontruimen. Op die dag was [geopposeerde] in het ziekenhuis opgenomen.