ECLI:NL:GHAMS:2016:4538
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen gerechtsdeurwaarder wegens niet toepassen beslagvrije voet
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over een klacht tegen een gerechtsdeurwaarder. Klager, die in financiële problemen verkeerde, had de gerechtsdeurwaarder verzocht om een beslagvrije voet toe te passen bij het leggen van bankbeslag. Klager had alle benodigde informatie verstrekt, maar de gerechtsdeurwaarder weigerde dit verzoek. De kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam had de klacht van klager gegrond verklaard en de gerechtsdeurwaarder berispt. Het hof bevestigde deze beslissing en oordeelde dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk verwijtbaar had gehandeld door geen beslagvrije voet toe te passen, ondanks dat klager had aangetoond dat zijn bankrekening uitsluitend door zijn loon werd gevoed. Het hof benadrukte dat de wetgever een beslagvrije voet heeft ingesteld om te waarborgen dat de beslagene in zijn primaire levensbehoeften kan voorzien. De gerechtsdeurwaarder had onvoldoende aanleiding om aan te nemen dat er andere inkomsten waren en had de klacht van klager terecht gegrond moeten verklaren. De maatregel van berisping werd als passend en geboden beschouwd.