ECLI:NL:GHAMS:2016:4551
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake inkomstenbelasting en giftenaftrek met betrekking tot ANBI-status
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 19 mei 2016, waarin het beroep tegen de afwijzing van een bezwaar tegen een aanslag inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen ongegrond werd verklaard. De inspecteur van de Belastingdienst had op 19 juni 2015 een aanslag opgelegd voor het jaar 2012, waarbij belanghebbende een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 36.654 had. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit werd door de inspecteur afgewezen. De rechtbank bevestigde deze afwijzing, waarop belanghebbende in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 31 oktober 2016 verscheen belanghebbende niet, terwijl zijn gemachtigde, mr. E. Stap, ook niet aanwezig was. De uitnodiging voor de zitting was tijdig en correct verzonden. Het Hof heeft de feiten vastgesteld en beoordeeld of belanghebbende recht had op aftrek van giften aan een stichting, die hij in zijn aangifte had opgevoerd. De inspecteur had deze aftrek niet geaccepteerd, omdat de stichting niet was aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling (ANBI).
Belanghebbende stelde zich in hoger beroep op het standpunt dat hij mocht vertrouwen op een telefonische mededeling van een medewerker van de Belastingdienst, die hem had verteld dat de stichting als ANBI was aangemerkt. Het Hof oordeelde echter dat belanghebbende dit niet aannemelijk had gemaakt en dat het beroep op gewekt vertrouwen niet slaagde. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De kosten van de procedure werden niet toegewezen.