Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 02 januari 2012 in de gemeente Medemblik, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in of uit een woning (gelegen aan [adres] , aldaar) heeft weggenomen drie, althans één of meerdere (gouden) armband(en) en/of een (DECT-)telefoon, in elk geval één of meer goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ,in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit
Vonnis waarvan beroep
Gevoerde verweren
- Er is onvoldoende bewijs dat het bij beide ten laste gelegde woningovervallen om dezelfde dadergroep gaat. De aanname dat het om dezelfde dadergroep gaat is gebaseerd op een vergelijking van het aantal personen, de genoemde signalementen en de aangetroffen banden- en schoensporen. Dat het in beide overvallen om vier daders met donkere kleding en wapens gaat is onvoldoende specifiek om daaraan conclusies te verbinden, nu niet is gebleken van onderscheidende kenmerken in de signalementen of van de gebruikte wapens. Ook de aangetroffen schoensporen zijn onvoldoende specifiek om vast te stellen dat ze overeenkomen, nu die sporen wijzen op een merk en type schoenen dat door veel mensen wordt gedragen. De bij de overval in Wieringerwerf aangetroffen bandensporen zouden kunnen zijn veroorzaakt door de Opel Corsa die zou zijn gebruikt door medeverdachte [medeverdachte 1] , maar met zekerheid is dat niet vastgesteld. Bovendien zegt dat niets over de dadergroep. Een contra-indicatie voor de hypothese dat het gaat om dezelfde dadergroep blijkt uit de in het dossier opgenomen ping-gesprekken, die slechts over één buit gaan. Bovendien is het niet realistisch te veronderstellen dat dezelfde daders kort na het plegen van een woningoverval in de nabije omgeving nogmaals een woningoverval zouden plegen.
- De resultaten van het DNA-onderzoek kunnen niet voor het bewijs gebruikt worden. De bivakmuts en handschoenen zijn twee maanden na de overvallen in een tas in de Opel Corsa aangetroffen. DNA verplaatst zich gemakkelijk en het risico op contaminatie is daarom heel groot. Dat kan verklaren waarom DNA van de verdachte is aangetroffen op de aangetroffen handschoen.
- Aan de resultaten van het onderzoek naar de glasdeeltjes kan geen bewijswaarde worden toegekend gelet op het geringe aantal glasdeeltjes dat mogelijk gelinkt kan worden aan de onderhavige feiten. Ook deze resultaten kunnen niet voor het bewijs gebruikt worden.
- Blijkens de door de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep afgelegde verklaring is het duidelijk dat hij “dicht bij het vuur” zat, maar hij is niet betrokken geweest bij het plegen van de tenlastegelegde feiten. De verdachte heeft een aannemelijke verklaring gegeven voor het aantreffen van zijn DNA in de bivakmuts en op de handschoen alsook voor zijn aanwezigheid in Hoorn en de zich in het dossier bevindende pinggesprekken. Tevens heeft hij een aannemelijke verklaring gegeven voor zijn betrokkenheid bij de sieraden die afkomstig zijn uit de woningoverval in Wieringerwerf. Ander redengevend bewijs is er niet, aldus steeds de raadsman.
Bewezenverklaring
hij op 2 januari 2012 in de gemeente Medemblik, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning gelegen aan [adres] , heeft weggenomen drie gouden armbanden en een DECT-telefoon, toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen [slachtoffer 2] en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan [slachtoffer 3] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
€ 1.588,- (eenduizend vijfhonderd acht en tachtig euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€1.588,- (eenduizend vijfhonderd achtentachtig euro) als vergoeding voor immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 950,- (negenhonderd vijftig euro)en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 950,- (negenhonderd vijftig euro),bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
19 (negentien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 6.741,- (zesduizend zevenhonderd eenenveertig euro)en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 6.741,- (zesduizend zevenhonderd eenenveertig euro),bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
68 (achtenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.