Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
dezevorderingen toegespitste argumenten naar voren heeft gebracht. Volgens [appellant] heeft hij met zijn betoog wel degelijk aangetoond dat van toerekenbaar tekortkomen in zijn geval geen sprake is. Volgens hem is het aan gedragingen en handelingen van De Gemeente te wijten dat de huidige situatie is ontstaan, nadat hij 14 jaar lang aan zijn huurbetalingsverplichtingen heeft voldaan. Hij stelt dat er sprake is van overmacht omdat De Gemeente hem jarenlang heeft dwars gezeten en een kwalijke rol heeft vervuld in de communicatie met hem, zoals bijvoorbeeld in een kwestie waarin zij executoriaal beslag heeft gelegd. Een ontbinding kan alleen als de tekortkoming dat rechtvaardigt en daarbij moet een billijkheidsafweging plaatsvinden, waarbij de toerekening van de tekortkoming aan [appellant] een rol moet spelen, zo licht [appellant] toe. [appellant] stelt dat hij is gebroken en ook zijn kinderen worden getroffen en dat hij om de situatie te forceren de huurbetalingen heeft gestaakt.