ECLI:NL:GHAMS:2016:762
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst wegens het houden van een hennepkwekerij in de huurwoning
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst tussen Wooncompagnie en [geïntimeerde]. De zaak betreft een huurder die sinds 10 maart 2008 een woning huurt van Wooncompagnie. In de huurovereenkomst zijn de Algemene Huurvoorwaarden Zelfstandige Woonruimte van toepassing, waarin onder andere is bepaald dat het de huurder niet is toegestaan hennep of soortgelijke gewassen te telen. Op 29 juli 2014 heeft de politie een hennepkwekerij aangetroffen in de woning van [geïntimeerde], met 83 potten met afgeknipte hennepplanten. Wooncompagnie heeft vervolgens de huurovereenkomst opgezegd en vorderde ontbinding en ontruiming van de woning. De kantonrechter heeft de vordering van Wooncompagnie afgewezen, omdat hij oordeelde dat de tekortkoming van [geïntimeerde] niet de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. Wooncompagnie ging in hoger beroep tegen deze beslissing.
Het hof oordeelde dat de tekortkoming van [geïntimeerde] in zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst de ontbinding daarvan rechtvaardigt. Het hof stelde vast dat de hennepkwekerij als een bedrijfsmatige hennepkwekerij moet worden gekwalificeerd, met een verhoogd risico op overlast en schade. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en ontbond de huurovereenkomst, waarbij [geïntimeerde] werd veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen vier weken na betekening van het arrest. Tevens werd [geïntimeerde] veroordeeld tot betaling van de huurtermijnen tot de ontruiming en de proceskosten in beide instanties.