De Bonden vorderen
primair
I. voor recht te verklaren dat het de Vervoersondernemingen niet vrij stond om kortingen toe te passen op de functielonen van (uitsluitend) hun werknemers die in 2008 publieksvriendelijke collectieve acties voerden, althans met betrekking tot die dagen of uren waarop zij op publieksvriendelijke wijze collectieve actie voerden alsmede dat het de Vervoersondernemingen niet vrij stond om kortingen toe te passen op toeslagen met betrekking tot de gebroken diensten, onregelmatige diensten, pensioenpremies, vakantiegeld en eindejaarsuitkering, alsmede dat het de Vervoersondernemingen niet vrij stond om in de opbouw van verlof en ADV een korting toe te passen, nu er geen sprake was van ontwrichting van het bedrijf van de Vervoersondernemingen en er dus geen grondslag was voor de Vervoersondernemingen om tegenover (het gehele) personeel te worden ontheven van hun verplichting het loon over de betrokken periode volledig door te betalen;
II. de Vervoersondernemingen te veroordelen tot betaling van de ter zake ingehouden bedragen en te veroordelen tot ongedaanmaking van de vermindering in de opbouw van verlof en ADV onder oplegging van een dwangsom van € 10.000,-- voor zowel CNV als FNV, te betalen door elk van de Vervoersondernemingen voor iedere dag, een gedeelte van een dag voor een hele dag gerekend, dat de Vervoersondernemingen na betekening van het in deze zaak te wijzen arrest in gebreke blijven aan dat arrest te voldoen;
subsidiair
III. voor recht te verklaren dat een korting van vijftig procent op de functielonen naar aanleiding van de gevoerde publieksvriendelijke collectieve actie, waarbij er door actievoerende chauffeurs in het openbaar vervoer wel vervoerswerkzaamheden werden verricht doch geen verkoop en controle van vervoersbewijzen plaats vond dan wel een korting van 75 procent naar aanleiding van de gecombineerde collectieve acties (vervoeren tijdens de spits, staken buiten de spits) niet gerechtvaardigd was;
IV. de Vervoersondernemingen te veroordelen om het salaris over de uren waarop op een publieksvriendelijke wijze actie werd gevoerd, voor 95 procent uit te keren onder oplegging van een dwangsom van € 10.000,-- voor zowel CNV als FNV, te betalen door elk van de Vervoersondernemingen voor iedere dag, een gedeelte van een dag voor een hele dag gerekend, dat de Vervoersondernemingen na betekening van het in deze zaak te wijzen arrest in gebreke blijven aan dat arrest te voldoen;
V. voor recht te verklaren dat door de Vervoersondernemingen ten onrechte een inhouding werd toegepast op de toelagen ten titel van gebroken diensten en onregelmatige werkzaamheden naar aanleiding van publieksvriendelijk gevoerde collectieve acties;
VI. de Vervoersondernemingen te veroordelen over deze perioden alsnog de hiervoor onder V bedoelde toelagen aan de chauffeurs uit te keren onder oplegging van een dwangsom van € 10.000,-- voor zowel CNV als FNV, te betalen door elk van de Vervoersondernemingen voor iedere dag, een gedeelte van een dag voor een hele dag gerekend, dat de Vervoersondernemingen na betekening van het in deze zaak te wijzen arrest in gebreke blijven aan dat arrest te voldoen;
VII. voor recht te verklaren dat, voor zover er in verband met de door de Bonden uitgeroepen collectieve actie sprake kan zijn van een korting op de toelagen ten titel van gebroken diensten en onregelmatigheid, deze kortingen dienen plaats te vinden op basis van de uren waarop de betrokken werknemer daadwerkelijk op onregelmatige arbeid zou moeten hebben verrichten;
VIII. voor recht te verklaren dat de Vervoersondernemingen ten onrechte het werkgeversgedeelte in de pensioenpremie over de dagen waarop geen aanspraak bestond op loon als gevolg van de gevoerde collectieve actie, verhaald hebben op de werknemers;
IX. de Vervoersondernemingen te veroordelen om alsnog op correcte wijze conform de cao en de van toepassing zijnde pensioenreglementen invulling te geven aan de afdrachten van de pensioenpremies onder oplegging van een dwangsom van € 10.000,-voor zowel CNV als FNV, te betalen door elk van de Vervoersondernemingen voor iedere dag, een gedeelte van een dag voor een hele dag gerekend, dat de Vervoersondernemingen na betekening van het in deze zaak te wijzen arrest in gebreke blijven aan dat arrest te voldoen;
X. voor recht te verklaren dat het de Vervoersondernemingen niet vrij stond om een vermindering in de opbouw van ADV-uren toe te passen naar aanleiding van de gevoerde acties;
XI. de Vervoersondernemingen te veroordelen tot het ongedaan maken van de hierboven onder X bedoelde vermindering in de opbouw van ADV-dagen onder oplegging van een dwangsom van € 10.000,-- voor zowel CNV als FNV, te betalen door elk van de Vervoersondernemingen voor iedere dag, een gedeelte van een dag voor een hele dag gerekend, dat de Vervoersondernemingen na betekening van het in deze zaak te wijzen arrest in gebreke blijven aan dat arrest te voldoen.