Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Verder verloop van het geding
2.Verdere beoordeling
[B]:
[A]:
[D]verklaard dat [geïntimeerde] op 29 december 2012 tussen 09.30 en 12.00 uur met haar een bespreking had in Den Haag. De getuige
[E]heeft onder meer verklaard dat [geïntimeerde] die dag wel 12 uur in Den Haag bezig was en de hele dag in Den Haag was. Ook
[geïntimeerde]zelf heeft als getuige verklaard dat hij die dag in Den Haag was en niet bij de bespreking in het huis van [B] te Amsterdam. De getuige [D] heeft echter tevens verklaard dat zij een en ander heeft teruggerekend, er daarbij van uitgaand dat zij meestal rond half 10 afspreekt en dat zij denkt dat de vergadering tegen twaalven was afgelopen omdat die een tijd heeft geduurd. Zij heeft echter geen concrete gegevens beschikbaar, zoals een agenda of elektronische berichten, waardoor haar aanname kan worden bevestigd. Ook de getuige [E] , de partner van [geïntimeerde] , kan niet met zekerheid zeggen dat [geïntimeerde] de 29ste december 2012 de hele dag
nietin Amsterdam is geweest. Hij verklaart in dat verband niet in zijn agenda te kijken, dat [geïntimeerde] kwam en ging, maar dat hij geen agenda heeft van een bepaald tijdstip. Daarbij is de verklaring van [E] inconsistent, in elk geval ten aanzien van de vraag of hij nu wel of niet nog een agenda van die periode heeft. De verklaringen van deze getuigen worden derhalve onvoldoende ondersteund door concrete en verifieerbare gegevens en laten niet alleen de mogelijkheid open dat zij zich vergissen omtrent datum en tijdstip – hetgeen in verband met het tijdverloop van meerdere jaren niet onbegrijpelijk is – maar ook de mogelijkheid dat [geïntimeerde] zowel een bespreking met [A] en [B] in Amsterdam heeft gehad, als (vervolgens) een bespreking in Den Haag. Ook [geïntimeerde] zelf heeft geen agenda of ander gegeven waaruit voldoende kan blijken dat hij op 29 december 2012 niet bij de bewuste bespreking in Amsterdam is geweest. Zijn verklaring dat hij daarbij niet aanwezig is geweest moet daarbij met voorzichtigheid worden gehanteerd, nu hij bij die verklaring belang heeft. Daartegenover staat dat [A] een pagina van zijn agenda heeft ingebracht waarop de bewuste afspraak in Amsterdam is genoteerd. Ten slotte kent het hof doorslaggevende betekenis toe aan de verklaring van [B] , die het hof voldoende betrouwbaar acht. In samenhang met de door [geïntimeerde] ondertekende offerte en de aan hem gezonden facturen die op zijn naam zijn gesteld kan hetgeen de door [geïntimeerde] in contra-enquête gehoorde getuigen hebben verklaard derhalve niet afdoen aan de conclusie dat [X] in haar bewijsopdracht is geslaagd.