Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.PLUSVAL B.V., gevestigd te Sassenheim,
DIRK VAN DEN BROEK SUPERMARKTEN B.V., gevestigd te Hoofddorp,
3.
PLUSSTATE B.V., gevestigd te Den Haag,
BRAVAHOLD N.V., gevestigd te Curaçao,
D-REIZEN B.V., gevestigd te Hoofddorp,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief Ibestrijden Plusval c.s. de uitleg die de rechtbank heeft gegeven aan de ruilovereenkomst en in het bijzonder artikel 20 daarvan, en de daarbij door de rechtbank gehanteerde uitlegmaatstaf. Plusval c.s. menen dat de rechtbank ten onrechte van een letterlijke uitleg is uitgegaan. Subsidiair voeren zij aan dat ook een letterlijke uitleg van de overeenkomst niet tot de door de rechtbank getrokken conclusie leidt. Ten slotte betogen zij dat de door de rechtbank gegeven uitleg in strijd is met de eisen van redelijkheid en billijkheid.
grief IIIaan, maar tevergeefs. Aan de door artikel 6:251 BW gestelde voorwaarde dat de onroerende zaak waarop het recht ziet aan de schuldeiser toebehoort, is inderdaad niet voldaan.
grief V, die betrekking heeft op de gevorderde vergoeding van de parkeerkosten die D-Reizen heeft gemaakt in de periode dat aan haar geen vergunningen waren verstrekt.