Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
Daarbij geldt als uitgangspunt dat [appellante] dient te bewijzen dat [X] daadwerkelijk tijdens zijn werk bij Chubb aan asbest is blootgesteld. Verklaringen op grond waarvan de blootstelling aan asbest aannemelijk is, volstaan dus niet, in elk geval niet zonder een concrete, op de daadwerkelijke situatie gerichte toelichting. Door de (erfgenaam van) werknemer moet worden aangevoerd om welke specifieke werkzaamheden het in het gegeven geval gaat en dat daarbij blootstelling aan asbest heeft plaatsgevonden moet ook daadwerkelijk worden vastgesteld.’