Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.AGEAS S.A./N.V.,
VERENIGING VAN EFFECTENBEZITTERS,
DRS BELGIUM C.V.B.A.,
STICHTING INVESTOR CLAIMS AGAINST FORTIS,
STICHTING FORTISEFFECT,
STICHTING FORSETTLEMENT,
1.[H] ,
[D],
[L],
verweerders, zoals vermeld op een op 10 februari 2017 ontvangen lijst,
5.[A] ,
verweerders, zoals vermeld op een op 10 februari 2017 ontvangen lijst,
1.Procesverloop
2.Verzoek en verweer
3.Bevoegdheid
4.Formele vereisten (artikel 1013 lid 1 en 2 Rv)
5.Oproeping en aankondiging mondelinge behandeling
6.Achtergronden van de overeenkomst
7.De compensatieregeling zoals vervat in de overeenkomst
8.De beoordeling van de overeenkomst
te hoogis geweest, doordat Fortis niet of niet tijdig relevante informatie, dan wel onjuiste of onvolledige informatie naar buiten heeft gebracht. Fortis wordt niet verweten dat de koers van de aandelen op enig moment als gevolg van haar toe te rekenen gedragingen
te laagis geweest. Verder is niet aangevoerd dat de koers van de aandelen Fortis, nadat alsnog informatie publiek is gemaakt, sterker is gedaald dan het geval zou zijn geweest als Fortis die informatie tijdig en juist met de markt had gedeeld. Aangenomen moet daarom worden dat de koers van de aandelen op bepaalde momenten eerder zou zijn gedaald dan daadwerkelijk is gebeurd, maar dat de koers alsdan niet meer of minder zou zijn gedaald dan concreet het geval is geweest.
in dezelfde matete hoog is geweest. In dat geval heeft de aandeelhouder de aandelen weliswaar tegen een te hoge koers gekocht, maar zijn deze eveneens tegen een overeenkomstig te hoge koers verkocht, zodat door de belegger alsdan geen koersverlies wordt geleden. Opmerking verdient dat aan de stellingen van verzoeksters ten grondslag ligt dat in de drie door hen onderscheiden periodes (mogelijk) koersinflatie of koersverlies is ontstaan doordat Fortis in die periodes niet of niet tijdig relevante informatie, dan wel onjuiste of onvolledige informatie naar buiten heeft gebracht. Aandeelhouders krijgen echter ingevolge de overeenkomst een aanvullende vergoeding (zie onder 7.6) ook als zij geen aandelen hebben gehouden of gekocht in deze drie periodes, maar wel aandelen hielden op enig ander moment in de periode van 28 februari 2007 c.o.b. tot 14 oktober 2008 c.o.b. Gezien de systematiek van de vergoedingsregeling, die uitgaat van drie periodes waarin door toedoen van Fortis koersinflatie of koersverlies kan zijn ontstaan, is het de vraag welk (beweerd) onrechtmatig of schadetoebrengend handelen de grondslag vormt voor de aanvullende vergoeding buiten die periodes.
- De Non-Active Claimants krijgen in de drie periodes waarop de overeenkomst ziet een lager bedrag per aandeel vergoed dan de Active Claimants; zij ontvangen circa twee derde deel van het bedrag van de Active Claimants (zie de onder 7.4 en 7.5 genoemde bedragen);
- Box 2 met een maximum van € 407.800.000 voor alle Non-Active Claimants is lager dan Box 1 met een maximum van € 795.900.000 voor de Active Claimants;
- De aanvullende vergoeding (zie onder 7.6) voor de Non-Active Claimants is de helft van die voor de Active Claimants (maximaal € 200 in plaats van maximaal € 400 per aandeelhouder) en is op een lager maximumbedrag gesteld (€ 6.900.000 voor alle Non-Active Claimants en € 18.700.000 voor alle Active Claimants);
- Non-Active Claimants krijgen niet de additionele vergoeding die de Active Claimants wel kunnen krijgen (maximaal € 550 per aandeelhouder en voor alle Active Claimants samen maximaal € 28.100.000, zie onder 7.7);
free riders. Verzoeksters achten dat standpunt in juridisch en maatschappelijk opzicht onwenselijk. Aandeelhouder-activisme is van belangrijk maatschappelijk belang, en het verdient ondersteuning. Het is in andere landen dan Nederland gebruikelijk in vergoeding onderscheid te maken tussen AC’s en NAC’s [Active Claimants, respectievelijk Non-Active Claimants, hof], vanwege de noodzakelijke rol van de voortrekkers om resultaten te boeken. Indien het Hof van oordeel zou zijn dat aandeelhouders-activisme niet mag worden vertaald in een hogere vergoeding, dan is dat een terugslag.”
- Deminor ontvangt een bedrag van € 10,5 miljoen. € 5,5 miljoen ziet op de externe kosten voor financiers en advocaten en de bedragen die de cliënten terugkrijgen van het bedrag dat zij als inleg hebben betaald. De overige € 5 miljoen strekt ter vergoeding van de interne kosten voor het werk dat Deminor heeft verricht in de afgelopen acht jaar: de procedure(s) en de schikking. Het restant is een vergoeding voor het risico dat in het kader van de financiering is gelopen;
- FortisEffect ontvangt een bedrag van € 7 miljoen. De kosten zijn totaal ongeveer € 5 miljoen. De vergoeding is bedoeld om de kosten te dekken en de investering moet ook rendement opleveren; het gaat hier om een investering gedurende ruim negen jaar;
- SICAF ontvangt € 2,5 miljoen. Deze vergoeding strekt ter dekking van de kosten voor de procedure bij de Ondernemingskamer, de twee bodemprocedures, overige juridische adviezen, onderhandelingen, mediation, schade-experts en de instandhouding van de (hiervoor opgerichte) stichting gedurende meer dan zeven jaar;
- VEB ontvangt € 25 miljoen. De kosten die zij heeft gemaakt en nog moet maken belopen ongeveer een bedrag van € 6 miljoen. Dit bedrag kan nog iets hoger uitvallen. Het bedrag dat de gemaakte kosten, na aftrek van belasting, overstijgt, zal worden gebruikt om tekorten van VEB aan te vullen en om allerlei principiële zaken aan te pakken die geen andere, commerciële, partij ooit zou willen doen. De vergoeding dekt dus niet alleen kosten die voor deze zaak gemaakt zijn, maar ook meer algemene kosten.
feesvan advocaten (deels in het buitenland) en VEB niet concreet maakt of die vergoedingen voor het overige al of niet waren gerelateerd aan redelijke kosten, terwijl bovendien de hoogte van de door VEB genoemde percentage van 3,6% van het schikkingsbedrag niets zegt over de aanvaardbaarheid van het aanbieden en accepteren van een bepaald concreet bedrag. Voor Deminor en FortisEffect geldt dat zij onvoldoende concreet openheid van zaken hebben gegeven over de bestemming van de vergoedingen. SICAF heeft de bestemming van de aan haar uit te keren vergoeding toegelicht, maar niet met stukken onderbouwd.
9.Overige punten
10.Aanvulling of wijziging van de overeenkomst (artikel 7:907 lid 4 BW)
- een aanpassing van het boxensysteem;
- als een vergoeding wordt toegekend voor het optreden als Active Claimant (bijvoorbeeld met het toekennen van een eenmalig bedrag) dient dat in beginsel gemotiveerd te worden door de vergoeding te relateren aan bepaalde schade of gemaakte kosten;
- een aanpassing van de kwijtingsbepaling en/of een wijziging van de omschrijving van de gebeurtenissen waarop de overeenkomst ziet;
- een heroverweging van de vergoedingen voor de belangenorganisaties bijvoorbeeld tot de in redelijkheid gemaakte kosten (eventueel met een redelijke (winst)opslag).