ECLI:NL:GHAMS:2017:3239
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor verhuizing van een minderjarige en wijziging van de zorgregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van een vrouw om vervangende toestemming te verkrijgen voor een verhuizing met haar minderjarige kind naar [C]. De vrouw, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam, stelde dat de verhuizing noodzakelijk was voor haar geestelijke welzijn en dat zij een stabiele relatie had met haar huidige partner. De man, de vader van het kind, verzocht het hof om de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoeken of het hoger beroep af te wijzen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig afgewogen, waaronder de belangen van het kind, de stabiliteit van de huidige zorgregeling en de noodzaak van de verhuizing. Het hof concludeerde dat de vrouw onvoldoende had aangetoond dat de verhuizing in het belang van het kind was en dat de continuïteit van de zorg en de stabiliteit van de huidige woonomgeving van het kind zwaarder wogen. De verzoeken van de vrouw werden afgewezen en de bestreden beschikking werd bekrachtigd.