Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Interim Audit Services Haarlem B.V.),
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat [appellant] heeft ingesteld tegen de vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, die op 17 februari 2016 en 11 mei 2016 zijn gewezen. De zaak betreft een geschil tussen [appellant], die administratieve werkzaamheden heeft laten verrichten door Q.F.C. Haarlem B.V. (voorheen Interim Audit Services Haarlem B.V.), en de betaling van de daarvoor verschuldigde bedragen. QFC heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld tot betaling van € 20.452,58, vermeerderd met rente en kosten, welke door de kantonrechter is toegewezen. [appellant] heeft in hoger beroep gevorderd dat de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis wordt geschorst, omdat hij meent dat het vonnis op juridische en feitelijke misslagen berust. Het hof heeft de incidentele vorderingen van [appellant] afgewezen, omdat niet is gebleken dat het bestreden vonnis klaarblijkelijk op een misslag berust. Het hof oordeelt dat [appellant] onvoldoende heeft aangetoond dat de tenuitvoerlegging van het vonnis een noodtoestand voor hem zou veroorzaken. De zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van antwoord door QFC.