2.2.Bij bespreking van hun (twee) grieven hebben [appellanten] , gegeven de bij het tussenarrest gegeven beslissing, nog slechts belang, voor zover de grieven inhouden dat [appellanten] [X] Bouw te veel hebben betaald.
2.3.1.In hun na het tussenarrest genomen akte stellen [appellanten] allereerst dat [X] Bouw heeft nagelaten een aantal facturen te produceren die zij hun wel in rekening heeft gebracht, te weten die van Bomij (€ 353,52), [A] (€ 593,=) en [B] (€ 177,55 en € 58,70), terwijl evenmin een factuur is overgelegd ter zake de hun door [X] Bouw in rekening gebrachte parkeerkosten ten belope van € 4.210,=. Omdat uit dit ontbreken blijkt dat voormelde bedragen door [appellanten] wel aan [X] Bouw maar door laatstgenoemde niet aan haar (onder)aannemers, dienstverleners of leveranciers zijn betaald, dient [X] Bouw het hiermee gemoeide bedrag van € 5.392,77, vermeerderd met € 431,42 (8% door [X] Bouw berekende opslag) en € 1.106,60 (btw), mitsdien in totaal € 6.930,78, aan hen terug te betalen, zo betogen [appellanten] Het hof oordeelt als volgt.
2.3.2.Bij haar antwoordakte heeft [X] Bouw – volgens haar – de bewuste facturen van Bomij, [A] en [B] in het geding gebracht, ten aanzien van de factuur van Bomij daarbij een nadere toelichting gegeven en gesteld, zakelijk, dat de betrokken bedragen overeenkomstig de gemaakte afspraak aan [appellanten] zijn doorbelast. Omdat [appellanten] op die facturen nog niet hebben kunnen reageren, zullen zij in de gelegenheid worden gesteld dat bij akte alsnog te doen, reden waarom de zaak naar de rol zal worden verwezen. In beginsel zal [X] Bouw op de vervolgens door [appellanten] genomen akte niet meer mogen reageren.
2.3.3.Ten aanzien van de aan [appellanten] door [X] Bouw in rekening gebrachte parkeerkosten ten bedrage van € 4.210,= (vgl. het door [appellanten] in eerste aanleg als productie 6 bij antwoord/eis overgelegde overzicht) geldt dat [appellanten] over het hoofd zien dat de hun door [X] Bouw uitgebrachte offertes van 9 juni 2011 en 20 november 2011 (beide als productie 4 bij inleidende dagvaarding overgelegd), waar-tegen [appellanten] niet hebben geprotesteerd, ter zake parkeergeld bedragen bevatten van € 900,= (voor twee auto’s gedurende samen dertig dagen à € 30,= per uur) respec-tievelijk € 840,= (kennelijk eveneens voor twee auto’s samen gedurende dertig dagen à € 28,= per uur). In het licht hiervan, gevoegd bij de omstandigheid dat de desbetreffende offertes gezamenlijk sloten op € 81.412,70 en [appellanten] [X] Bouw in ieder geval (afgezien van wat zij thans van haar terugvorderen), wegens de onderhavige werkzaamheden terecht een bedrag van (€ 204.428,12 plus € 17.256,50 min € 6.930,78 min € 4.913,33 is) € 209.984,51 hebben betaald, voortvloeiend uit meerwerk en een reeks extra werkzaamheden, acht het hof de door [X] Bouw in rekening gebrachte kosten wegens parkeergeld ter grootte van € 4.210,= niet buitensporig, zodat er geen reden bestaat [X] Bouw tot terugbetaling van dat bedrag c.a. te veroordelen.
2.4.1.Bij hun na het tussenarrest genomen akte betwisten [appellanten] voorts een aantal van de door [X] Bouw ingevolge het tussenarrest verschafte facturen, te weten die van Comelit (€ 664,= en € 512,=), Energy (€ 1.200,=), Goedkoop (€ 107,68) en Wouter van Veen (€ 1.344,=). Omdat aantoonbaar is dat deze gefactureerde werk-zaamheden en producten niet in de woning zijn uitgevoerd dan wel aangebracht, dient [X] Bouw [appellanten] het hiermee in totaal gemoeide bedrag van € 3.827,68, vermeerderd met € 306,21 (8% door [X] Bouw berekende opslag) en € 85,44 (btw), mitsdien in totaal € 4.919,33, aan hen terug te betalen, zo betogen [appellanten]
2.4.2.Het hof oordeelt als volgt. Mede in aanmerking genomen dat [appellanten] in hun akte na het tussenarrest eerst (sub 13) stellen dat van
tweefacturen aantoonbaar is dat ze gefactureerde werkzaamheden en producten betreffen die niet in de woning zijn uitgevoerd dan wel aangebracht maar vervolgens (sub 14) zonder enige toelichting stellen dat het om de onder 2.4.1 genoemde
vijffacturen gaat, acht het hof voormelde betwisting onvoldoende toegelicht, reden waarom daaraan zal worden voorbijgegaan. Een uitzondering zal echter worden gemaakt voor de factuur van Energy ad € 1.200,=, omdat [X] Bouw met betrekking tot deze factuur bij haar antwoordakte, kort gezegd, heeft erkend dat zij [appellanten] ten onrechte in rekening is gebracht. [X] Bouw beroept zich te dezen evenwel gemotiveerd op verrekening met een [appellanten] nog niet in rekening gebracht bedrag van (telkens exclusief btw € 175.780,24 minus € 167.545,10 is) € 8.235,14, stelt dat [appellanten] haar per saldo nog € 7.035,= verschuldigd is en behoudt zich het recht voor dit bedrag in een afzonderlijke procedure nog van hen te vorderen. Omdat [appellanten] op dit beroep op verrekening nog niet hebben kunnen reageren, zal het hof hen in de gelegenheid stellen dat bij akte alsnog te doen, mede reden waarom de zaak naar de rol zal worden verwezen. Ook hier geldt dat [X] Bouw in beginsel niet op de vervolgens door [appellanten] genomen akte zal mogen reageren. Het hof merkt nog wel op dat, zoals [appellanten] hebben gevorderd, bij het bedrag van € 1.200,= nog 8% moet worden opgeteld ter zake van door [X] Bouw aan [appellanten] doorberekende opslag ( [X] Bouw heeft immers niet gesteld dat zij over dat bedrag géén opslag heeft berekend) alsmede een met dit onderdeel van de vordering corresponderend bedrag aan btw.