Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief V, waarmee [appellante] klaagt over de wijze waarop de kantonrechter is omgegaan met de door haar geconstateerde fout. Voor zover de grief suggereert dat de kantonrechter door haar handelwijze blijk heeft gegeven van partijdigheid faalt deze. Door, nadat partijen zich daarover hebben kunnen uitlaten, deze evidente fout te herstellen is de kantonrechter binnen haar wettelijke bevoegdheden gebleven, terwijl bovendien niet valt in te zien in welk rechtens te respecteren belang [appellante] of [X] is getroffen doordat partijen (en de samenleving) de kosten en moeite van een executiegeschil en/of een nieuw kort geding tot ontruiming zijn bespaard. De mogelijkheid dat Rochdale na een afwijzing van de vordering op grond van de door haar gemaakte vergissing zou hebben besloten [X] nog een kans te geven acht het hof illusoir.
Grief VIIIhoudt in dat Rochdale ook [X] in persoon had moeten dagvaarden, omdat de door haar ingestelde vordering niet de beëindiging van de, onder het bewind vallende, huurovereenkomst betreft, doch slechts strekt tot beëindiging, bij wijze van voorlopige voorziening, van het feitelijk gebruik van de woning, dat [X] als feitelijk betrokkene aangaat. Dit betoog kan niet worden aanvaard, omdat het miskent dat ook het gebruiksrecht met betrekking tot de woning een, uit de huurovereenkomst voortspruitend, vermogensrecht is, dat in het onder bewind gestelde vermogen valt. In het door [appellante] aangehaalde arrest van de Hoge Raad van 7 maart 2014 is ook niet iets anders te lezen, aangezien de Hoge Raad daar spreekt over een “gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst
en ontruiming van het gehuurde” (cursivering hof). Voorts is de eis dat in het geval van een vordering als deze zowel de bewindvoerder als de feitelijk betrokkene zou moeten worden gedagvaard in strijd met het wettelijk systeem, nog daar gelaten dat [X] in beide instanties in persoon ter zitting is verschenen en door de rechter is gehoord en door de gang van zaken dus niet in zijn belangen is geschaad. Grief VIII faalt.
grief Ibetoogt [appellante] dat de kantonrechter een onjuiste althans onvolledige toetsingsmaatstaf heeft gehanteerd, althans onvoldoende acht heeft geslagen op de uit artikel 8 EVRM en artikel 254 Rv. voortvloeiende proportionaliteits- en subsidiariteitstoets.
grieven II, III, IV, VI en VIIlenen zich voor gezamenlijke behandeling, aangezien die de vraag aan de orde stellen of in deze zaak voor een veroordeling tot ontruiming in kort geding bij toepassing van de juiste maatstaf voldoende grond bestaat.
STOPT!!! Want ik ben erg bang geworden, ik wil dat deze meneer hier weggaat/gestuurd wordt”. Het eerdergenoemde overzicht uit het politiesysteem, gedateerd 24 mei 2017, vermeldt drie bezoeken van de politie aan het gehuurde in 2017, alle naar aanleiding van meldingen van ruzies en/of geluidsoverlast. In het overzicht staat voorts dat het is verstrekt op grond van een zwaarwegend algemeen belang, erin gelegen dat de politie diverse malen assistentie heeft moeten verlenen, de overlast door verschillende omwonenden werd ervaren en het er niet naar uitzag dat verandering in de situatie zou optreden.