Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Overwegingen van de rechtbank
5.Beoordeling van het geschil
allereferentieobjecten buiten beschouwing te worden gelaten, zodat de heffingsambtenaar niet heeft voldaan aan de op hem rustende bewijslast. Daarenboven voert belanghebbende aan dat de heffingsambtenaar niet aan zijn bewijslast heeft voldaan nu de door hem in de matrix genoemde grondprijzen niet zijn onderbouwd. Tot slot vergelijkt belanghebbende de thans in geding zijnde WOZ-waarde 2014 met die vastgesteld voor de jaren 2015 en 2016. Die vergelijking pleit, naast het door hem overgelegde taxatierapport, tot benedenwaartse bijstelling van de WOZ-waarde nu de markt zich in 2013 op een dieptepunt bevond en de respectievelijke WOZ-waardes een ander beeld laten zien.