Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[X] ,
[X] Advocaten B.V.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
NLG 210.000 (EUR 95.293,80)
3.Beoordeling
Grieven 2 tot en met 7zijn gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat de vordering voor zover gebaseerd op de beroepsfout met betrekking tot de waardering van de onroerende zaken is verjaard en dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is om op die verjaring een beroep te doen.
Grief 8bepleit dat de verjaring tijdig is gestuit omdat [appellant] zijn beroepsfout heeft erkend. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke bespreking.
mogelijkmeer druk had kunnen uitoefenen op de onderhandelingen is onvoldoende om die conclusie op te kunnen baseren. Bovendien was na het deskundigenbericht duidelijk dat de hoofdprocedure op dat moment voor [appellant] niet in de gewenste richting verliep, zodat - zonder nadere toelichting - niet valt in te zien hoe dreiging met voortprocederen de andere partij tot het bereiken van overeenstemming had kunnen bewegen.
grief 10betoogt [appellant] dat het aan [X] te wijten is dat er niet eerder door [appellant] een betaling is gedaan ter hoogte van het bedrag dat in confesso was. Hij klaagt bovendien over het oordeel van de rechtbank dat niet is gebleken dat hij bereid zou zijn geweest tot betaling van een hoger bedrag dan waartoe hij in kort geding was veroordeeld. Hij betwist dat de stelplicht en de bewijslast van die stelling op hem rust.