ECLI:NL:GHAMS:2017:4882
Gerechtshof Amsterdam
- Schadevergoedingsuitspraak
- R.D. van Heffen
- P.M. Groenenberg
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding in het kader van rechtsbijstand en deskundigenrapport in strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 november 2017 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot schadevergoeding uit 's Rijks kas, ingediend door verzoeker in het kader van rechtsbijstand en kosten voor een deskundigenrapport. Het verzoekschrift, dat op 30 juni 2017 is ingediend, betreft een vergoeding voor kosten die zijn gemaakt in verband met rechtsbijstand in een strafzaak en de kosten van een deskundigenrapport. De totale gevraagde vergoeding bedraagt € 41.257,13 voor rechtsbijstand in de strafzaak, € 1.996,50 voor het deskundigenrapport en € 550,00 voor de rechtsbijstand in de verzoekschriftprocedure.
De advocaat-generaal heeft op 18 juli 2017 geconcludeerd tot gedeeltelijke toewijzing van het verzoek. Tijdens de openbare behandeling in raadkamer op 10 november 2017 is verzoeker niet verschenen. Het hof heeft de stukken van de strafzaak bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat de hoogte van de declaraties voor rechtsbijstand niet in verhouding staat tot de aard en complexiteit van de zaak. Het hof heeft vastgesteld dat de kosten in deze zaak als bovenmatig moeten worden gekwalificeerd, en heeft daarom de verzochte vergoeding voor rechtsbijstand sterk gematigd.
Het hof heeft wel de kosten voor het deskundigenrapport toegewezen, aangezien dit rapport van belang was voor het onderzoek. Uiteindelijk heeft het hof besloten om verzoeker een vergoeding van € 12.549,50 toe te kennen, bestaande uit € 10.000,00 voor de kosten van rechtsbijstand in de strafzaak, € 1.996,50 voor het deskundigenrapport en € 550,00 voor de rechtsbijstand in de verzoekschriftprocedure. De overige verzochte bedragen zijn afgewezen. De beschikking is gegeven door de voorzitter van de meervoudige raadkamer, mr. R.D. van Heffen, en is ondertekend door de griffier, mr. P.M. Groenenberg.