5.7.verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad (…)”
( v) Dit vonnis is op 26 januari 2012 aan Woonzorg betekend. Bij brief van 2 februari 2012 heeft Woonzorg aan Huize Buitenveldert bericht:
“(…) Namens (…) Woonzorg, deel ik u bij dezen het navolgende mee, zulks uitsluitend om te voorkomen dat Woonzorg dwangsommen verbeurt (…)
Woonzorg Nederland biedt op grond van onderdeel 5.1 van voormeld vonnis [het vonnis van 25 januari 2012: toev. hof] aan u te koop aan het voortdurend recht van erfpacht van de percelen grond (…) met de zich daarop bevindende opstallen tegen een prijs die gelijk is aan de boekwaarde (…) zoals die vastgesteld zal worden door de door partijen te benoemen accountants als bedoeld onder 5.4 van hetzelfde vonnis (…)”
(vi) Dit aanbod is door Huize Buitenveldert bij brief van 13 februari 2012 aan Woonzorg geaccepteerd.
(vii) Dit hof heeft het vonnis van 25 januari 2012 bij arrest van 11 februari 2014 bekrachtigd.
(viii) Drie accountants hebben op 8 juli 2013 een rapport over de boekwaarde van het Vivaldicomplex uitgebracht. Zij zijn daarin tot de volgende conclusie gekomen:
“Zonder een uitspraak te doen welke boekwaarde rechtens behoort te worden toegepast op de overdracht per 1 januari 2010 van het onroerend goed, stellen accountants gezamenlijk vast dat:
* Bij toepassing van waardering op grondslag van de historische uitgaafprijs (…) de boekwaarde op 1 januari 2010 € 1.659.850 (…) zou zijn geweest.
* Bij toepassing van waardering op bedrijfswaarde op basis van voortgezette exploitatie de boekwaarde op 1 januari 2010: € 2.202.255 (…) beloopt.“
(ix) Huize Buitenveldert heeft bij brief van 22 september 2013 aan Woonzorg aangeboden om € 2.202.255,= voor het Vivaldicomplex te betalen bij levering daarvan, onder het voorbehoud om het in de optiek van Huize Buitenveldert dan te veel betaalde bedrag (het verschil met de historische uitgaafprijs) terug te vorderen. Dat voorstel is niet geaccepteerd door Woonzorg.
( x) De voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam heeft bij vonnis van 11 juni 2014 op vordering van Huize Buitenveldert bepaald dat dat vonnis in de plaats treedt van een tot levering aan Huize Buitenveldert van het Vivaldicomplex bestemde akte op grond van artikel 3:300 lid 2 BW en daarbij overwogen en beslist:
“ (…) 4.7. (…) De omstandigheid dat in de samenwerkingsovereenkomst en de terugkoopbepaling geen (uiterste) termijn voor de eigendomsoverdracht is bepaald, is voorts op zichzelf, anders dan Woonzorg heeft aangevoerd, geen grond voor afwijzing van de vordering. De (onherroepelijke) veroordeling van Woonzorg tot nakoming van de verplichting tot het binnen tien dagen te koop aanbieden van de Vivaldiflat aan Huize Buitenveldert, zonder dat Woonzorg vervolgens verplicht zou zijn tot levering, zou anders immers zinledig zijn. (…)