Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die een vervolg is op een tussenarrest van 12 juli 2016, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, vertegenwoordigd door mr. B.J. Mekkelholt, heeft tegen de geïntimeerden, vertegenwoordigd door mr. M.N. Mense, een tegenbewijs geleverd met betrekking tot de ondertekening van een akte van borgtocht. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant niet is geslaagd in het tegenbewijs. De getuigenverklaringen, met name die van mr. J.W. Kroes, waarnemend notaris, zijn door het hof als betrouwbaar en consistent beoordeeld. De verklaringen van de geïntimeerden zijn ook als overtuigend beschouwd, terwijl de verklaring van de appellant niet kon overtuigen. Het hof concludeert dat de akte van borgtocht door de appellant is ondertekend, waardoor hij aansprakelijk kan worden gehouden voor de huurschuld die voortvloeit uit de huurovereenkomst. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank van 19 november 2014 en veroordeelt de appellant in de proceskosten van het geding in hoger beroep.