ECLI:NL:GHAMS:2018:1011

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 maart 2018
Publicatiedatum
28 maart 2018
Zaaknummer
001418-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van rechtsbijstand in het kader van een klaagschriftprocedure ex artikel 591a Sv

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 maart 2018 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het verzoek betreft de toekenning van een vergoeding voor kosten van rechtsbijstand die zijn gemaakt in verband met de teruggave van horloges aan de verzoeker. De verzoeker had eerder een klaagschrift ingediend, dat op 15 september 2017 gegrond werd verklaard, en de teruggave van de horloges werd bevolen. Echter, de verzoeker heeft na deze beslissing nog kosten voor rechtsbijstand moeten maken, omdat het Openbaar Ministerie van plan was de horloges aan een ander terug te geven. Het hof heeft de advocaat-generaal en de advocaat van de verzoeker gehoord tijdens een openbare behandeling in raadkamer, waarbij de verzoeker zelf niet aanwezig was.

Het hof overweegt dat de toekenning van een schadevergoeding plaatsvindt indien gronden van billijkheid aanwezig zijn. Het hof heeft vastgesteld dat de kosten voor rechtsbijstand die zijn gemaakt in de onderhavige procedure niet in verhouding staan tot de aard en complexiteit van de zaak. De advocaat heeft de verzoeker ook bijgestaan in de onderliggende strafzaak, en er zijn meerdere klaagschriftprocedures gevoerd voordat het hof het klaagschrift gegrond verklaarde. Daarom heeft het hof besloten de verzochte vergoeding voor rechtsbijstand te matigen tot 210 minuten.

Uiteindelijk kent het hof op basis van artikel 591a Sv een vergoeding toe van € 1.312,30 aan de verzoeker, en wijst het overige of meer verzochte af. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van het hof.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer: 001418-17 (591a Sv)
parketnummer in hoger beroep: 23-001302-14
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1949,
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat,
mr. H. Bakker, [adres].

1.Inhoud van de verzoek

Het verzoekschrift strekt tot het toekennen van een vergoeding op de voet van artikel 591a Sv ter zake van:
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van het klaagschrift ex artikel 552a Sv met rekestnummer 000708-17 ten bedrage van € 1.524,60;
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 550,00.
Een later ingekomen aanvullend verzoekschrift strekt tot het toekennen van een vergoeding op de voet van artikel 591a Sv ter zake van:
3. kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de last tot teruggave, opgenomen in de beschikking op eerdergenoemd klaagschrift ex artikel 552a Sv met rekestnummer 000708-17, ten bedrage van € 653,40.

2.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 10 oktober 2017 ingekomen.
Op 14 december 2017 heeft de advocaat-generaal het standpunt ingenomen dat de vergoedingen onder 1. en 2. kunnen worden toegewezen.
Op 20 februari 2018 is het aanvullend verzoek ingekomen.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 23 februari 2018 de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoeker is niet verschenen.

3.Beoordeling van het verzoek

Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
Op 15 september 2017 is het klaagschrift van verzoeker gegrond verklaard en de teruggave aan verzoeker bevolen van de horloges waarop dat klaagschrift betrekking had.
Ingevolge het bepaalde in artikel 90, eerste lid, Sv heeft de toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
In raadkamer heeft de advocaat van verzoeker toegelicht dat de horloges niet overeenkomstig de beslissing van het hof zijn teruggegeven aan verzoeker. De verzoeker heeft ook na de toewijzende beschikking van het hof kosten voor rechtsbijstand moeten maken omdat het Openbaar Ministerie van plan was de horloges aan een ander terug te geven. Het aanvullend verzoek ziet op die kosten.
Het hof is van oordeel dat laatstgenoemde kosten niet zijn gemaakt in het kader van de klaagschriftprocedure in kwestie en dus niet onder de reikwijdte van artikel 591a Sv vallen, zodat het verzoek in zoverre moet worden afgewezen. Ten aanzien van het oorspronkelijke verzoek overweegt het hof als volgt.
Voor het vaststellen van de hoogte van het te vergoeden bedrag zoekt het hof in beginsel aansluiting bij de declaratie van de advocaat. Dit wordt echter anders indien gronden van billijkheid aanwezig zijn om hiervan af te wijken. Dit kan bijvoorbeeld zijn gelegen in de bovenmatigheid van de declaratie. Het moet dan wel gaan om een in meer of mindere mate in het oog springende bovenmatigheid (vgl. Gerechtshof Amsterdam 28 mei 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:2466).
De declaraties ten behoeve van rechtsbijstand in de onderhavige klaagschriftprocedure betreffen 420 minuten, als volgt gespecificeerd:
23 jan 2017
60 min
bespreking cliënt
60 min
studie dossier
30 jan 2017
48 min
studie dossier
90 min
opstellen processtukken
31 aug 2017
90 min
studie dossier
1 sep 2017
24 min
bespreking cliënt
48 min
raadkamerzitting hof
Het hof is van oordeel dat de gezamenlijke hoogte van deze declaraties zich niet laat verklaren door de aard, omvang en complexiteit van de klaagschriftprocedure, daar de advocaat verzoeker ook heeft bijgestaan in de onderliggende strafzaak. Bovendien zijn meerdere klaagschriftprocedures aangaande de betreffende horloges gevoerd voordat het hof het (hernieuwde) klaagschrift van verzoeker gegrond verklaarde. Niet valt in te zien dat aan die laatste poging opnieuw 7 uren moesten worden besteed. Het hof zal daarom de verzochte vergoeding voor rechtsbijstand sterk gematigd toewijzen en wel tot 210 minuten (de in het overzicht hierboven gecursiveerde posten zullen niet worden toegewezen).
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand ten behoeve van het klaagschrift ten bedrage van (3,5 x 180,00 + btw) € 762,30.
Gronden van billijkheid zijn voorts aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand ten behoeve van het onderhavige verzoekschrift ten bedrage van € 550,00.

4.Beslissing

Het hof :
Kent op de voet van artikel 591a Sv uit ’s Rijks kas aan verzoeker een vergoeding toe van € 1.312,30 (duizend driehonderdtwaalf euro en 30 cent).
Wijst het anders of meer verzochte af.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. R.D. van Heffen, J.H.C. van Ginhoven en P.F.E. Geerlings, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Groenenberg als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 9 maart 2018.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van € 1.312,30 (duizend driehonderdtwaalf euro en 30 cent) op bankrekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. [naam].
Amsterdam, 9 maart 2018,
mr. R.D. van Heffen, voorzitter.