ECLI:NL:GHAMS:2018:1090
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.W. Hoekzema
- P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten
- A. Akkermans
- Rechtspraak.nl
Beroepsfout notaris bij vestiging hypotheekrechten op pand met bezwaringsverbod
In deze zaak, die een vervolg is op een tussenarrest van 20 oktober 2015, staat de beroepsfout van een notaris centraal. [X] Beheer B.V. verwijt de notaris dat hij hypotheekaktes heeft verleden op een pand, terwijl er een bezwaringsverbod gold uit een eerdere akte van 17 juli 2009. Dit zou een schending van de zorgplicht van de notaris zijn, waardoor [X] Beheer schade heeft geleden. Het hof heeft in het tussenarrest geoordeeld dat de notaris een beroepsfout heeft gemaakt door de hypotheekaktes te verlijden zonder overleg met [X] Beheer, die als derde partij geraakt werd door deze vestiging van hypotheekrechten. Het hof heeft vastgesteld dat de notaris had moeten overleggen met [X] Beheer, omdat deze toestemming had kunnen weigeren. De omvang van de schade die [X] Beheer heeft geleden is echter onduidelijk en moet door haar worden bewezen.
In de huidige procedure heeft [X] Beheer bewijsstukken overgelegd en een bewijsaanbod gedaan, maar heeft zij afgezien van het horen van getuigen. De notaris heeft in zijn reactie op de akte van [X] Beheer betoogd dat het hof de betekenis van het Novitaris-arrest voor deze zaak heeft miskend. Hij stelt dat, zelfs als hij met [X] Beheer had overlegd, dit geen verschil zou hebben gemaakt voor het verlijden van de aktes, omdat [X] Beheer geen sterker recht had dan de nieuwe hypotheekhouders. Het hof heeft geoordeeld dat de nieuwe stelling van de notaris toelaatbaar is, omdat deze voortvloeit uit een arrest van de Hoge Raad dat na de memorie van antwoord en het pleidooi is gewezen. Beide partijen krijgen de gelegenheid om hun standpunten over deze nieuwe stelling te verduidelijken.
Het hof houdt verdere beslissingen aan en verwijst de zaak naar de rol van 1 mei 2018 voor uitlating door [X] Beheer, waarna de notaris kan reageren. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 3 april 2018.