Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grieven II tot en met Vkomt [appellante] op tegen de afwijzing door de rechtbank van de door hem gevorderde vernietiging van de Kortingsbesluiten, welke vordering hij grondt op strijd met de aansluitingsovereenkomst en de daarvan deel uitmakende Algemene Bepalingen (artikel 2:15 lid 1 aanhef en sub c BW) - grieven II en III -, strijd met het gelijkheidsbeginsel - grief IV - en strijd met de redelijkheid en billijkheid die jegens [appellante] wordt geëist (artikel 2:15 lid 1 aanhef en sub b BW) - grief V -. Het hof zal deze grieven gezamenlijk behandelen.
lock step-modelwaaraan bij Boekel sterk de hand werd gehouden, waardoor toepassing van de bevoegdheid van de raad van bestuur (RvB) tot het opleggen van een korting op de winstuitkering uitzonderlijk was. Ten slotte moet in aanmerking worden genomen dat de leden van de RvB (een aantal advocaten van Boekel) belang hebben bij de besluiten tot korting, in die zin dat een korting in evenredigheid aanwast bij hun winstdelen.
grief VIbestrijdt [appellante] de beslissing van de rechtbank dat de Kortingsbesluiten tevens zien op korting van de aan de partners, waaronder [appellante], uit te keren maandelijkse vergoeding. Aangezien de Kortingsbesluiten zullen worden vernietigd heeft [appellante] geen belang meer bij de beoordeling van deze grief.
grief VIIbestrijdt [appellante] het standpunt van Boekel dat hij niet ontvankelijk is in zijn vordering tot vernietiging van het Kortingsbesluit 2014 omdat hij heeft nagelaten gebruik te maken van de mogelijkheid van intern beroep tegen het Kortingsbesluit 2014. Om de hiervoor onder 3.26 gegeven redenen is het hof van oordeel dat [appellante] wel ontvankelijk is, zodat deze grief terecht is voorgedragen.
grief VIIIkomt [appellante] op tegen de afwijzing door de rechtbank van zijn vordering gericht op een verklaring voor recht dat het Boekel na vernietiging van een of meer van de Kortingsbesluiten niet is toegestaan een of meer bevestigingsbesluiten te nemen en dat het haar evenmin is toegestaan een of meer nieuwe besluiten te nemen waarvan de strekking of het resultaat is dat [appellante] op enigerlei wijze opnieuw wordt gekort op zijn inkomen in de jaren 2013 en 2014.