ECLI:NL:GHAMS:2018:2066

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 juni 2018
Publicatiedatum
21 juni 2018
Zaaknummer
23-004156-17.a
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens winkeldiefstal met recidive

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden wegens meerdere winkeldiefstallen. De feiten vonden plaats op 9 augustus 2017, waarbij de verdachte in verschillende winkels aan de Nieuwendijk en de Kalverstraat goederen heeft weggenomen, waaronder een blikje bier, een kniptang, een spijkerbroek en een jas. De verdachte had eerder al een veroordeling voor een soortgelijk misdrijf ondergaan, waardoor sprake was van recidive in de zin van artikel 43a van het Wetboek van Strafrecht.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, meermalen gepleegd, en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten. De politierechter had eerder een gevangenisstraf van zes weken opgelegd, maar het hof oordeelde dat deze straf niet in verhouding stond tot de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte. Het hof heeft de straf verhoogd naar twee maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij het de ernst van de feiten en de herhaalde strafbare gedragingen van de verdachte in aanmerking heeft genomen.

De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte hebben gewogen. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte heeft vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard. De beslissing is genomen in het belang van de rechtsorde en ter bescherming van de eigendomsrechten van de betrokken winkelbedrijven.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004156-17
datum uitspraak: 20 juni 2018
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 24 november 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-151739-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 6 juni 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 9 augustus 2017 te Amsterdam meermalen, in elk geval eenmaal (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen en/of geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en wel:
- in/uit een winkel, gelegen aan de Nieuwendijk, een blikje bier, merk Heineken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] en/of
- in/uit een winkel, gelegen aan de Nieuwendijk, een kniptang, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2] en/of
- in/uit een winkel, gelegen aan de Nieuwendijk, een spijkerbroek, kleru grijs regular, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 3] en/of
-in/uit een winkel, gelegen aan de Kalverstraat, een jas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 4],
zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren waren verlopen sedert een vroegere veroordeling van de verdachte/schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf welke in kracht van gewijsde was gegaan.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissingen komt dan de politierechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 9 augustus 2017 te Amsterdam telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden en wel:
- uit een winkel, gelegen aan de Nieuwendijk, een blikje bier, merk Heineken, toebehorende aan [bedrijf 1] en
- uit een winkel, gelegen aan de Nieuwendijk, een kniptang, toebehorende aan [bedrijf 2] en
- uit een winkel, gelegen aan de Nieuwendijk, een spijkerbroek, kleur grijs regular, toebehorende aan [bedrijf 3] en
- uit een winkel, gelegen aan de Kalverstraat, een jas, toebehorende aan [bedrijf 4],
zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren waren verlopen sedert een vroegere veroordeling van de verdachte tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf welke in kracht van gewijsde was gegaan.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal, meermalen gepleegd, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert de schuldige een hem wegens diefstal opgelegde gevangenisstraf heeft ondergaan.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, met aftrek van voorarrest. Tevens is de gevangenneming van de verdachte bevolen.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een reeks winkeldiefstallen. Hiermee heeft de verdachte inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de betreffende winkelbedrijven. Winkeldiefstallen zijn ergerlijke feiten, die de bedrijfsvoering verstoren en schade teweegbrengen.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 29 mei 2018 is hij meermalen ter zake van strafbare feiten, veelal (winkel)diefstallen, onherroepelijk veroordeeld.
Daarnaast zijn nog geen vijf jaren verlopen sinds de verdachte een hem wegens diefstal opgelegde gevangenisstraf heeft ondergaan.
Het hof is van oordeel dat, gelet op de veelvuldige speciale recidive van de verdachte, niet met een andere straf dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf kan worden volstaan en acht, alles afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. De door de advocaat-generaal gevorderde straf doet naar het oordeel van het hof onvoldoende recht aan de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de veelvuldige recidive van de verdachte. Het hof neemt daarbij tevens in aanmerking dat de verdachte letterlijk op strooptocht is gegaan en in elke winkel iets van zijn gading heeft gestolen in zeer korte tijd en zich kennelijk niets aantrekt van eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 43a, 57, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.A. Plaisier, mr. N.A. Schimmel en mr. F.G. Hijink, in tegenwoordigheid van
mr. N.R. Achterberg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
20 juni 2018.
[…]