In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden wegens meerdere winkeldiefstallen. De feiten vonden plaats op 9 augustus 2017, waarbij de verdachte in verschillende winkels aan de Nieuwendijk en de Kalverstraat goederen heeft weggenomen, waaronder een blikje bier, een kniptang, een spijkerbroek en een jas. De verdachte had eerder al een veroordeling voor een soortgelijk misdrijf ondergaan, waardoor sprake was van recidive in de zin van artikel 43a van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, meermalen gepleegd, en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten. De politierechter had eerder een gevangenisstraf van zes weken opgelegd, maar het hof oordeelde dat deze straf niet in verhouding stond tot de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte. Het hof heeft de straf verhoogd naar twee maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij het de ernst van de feiten en de herhaalde strafbare gedragingen van de verdachte in aanmerking heeft genomen.
De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte hebben gewogen. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte heeft vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard. De beslissing is genomen in het belang van de rechtsorde en ter bescherming van de eigendomsrechten van de betrokken winkelbedrijven.