3.1.In deze zaak gaat het om het volgende.
( a) Met ingang van 1 mei 1988 huurt [X] van (thans) Eigen Haard de woning aan de [adres] (verder ook: het gehuurde). Er is geen schriftelijke huurovereenkomst (meer) aanwezig.
( b) In mei 2017 zijn bij Eigen Haard meldingen van een niet bij name genoemde persoon binnengekomen dat sprake zou zijn van onrechtmatige bewoning van het gehuurde, aangezien de Surinaamse man die er vroeger woonde (kennelijk [X] ; hof) al circa tien jaar niet meer was gezien. Volgens deze meldingen heeft de afgelopen jaren een gezin op het adres gewoond en is er onlangs een Oost-Europese man met een grote koffer gesignaleerd.
( c) Naar aanleiding van deze melding hebben [A] en [B] van het team Woonfraude van Eigen Haard op 1 juni 2017 een huisbezoek aan het gehuurde afgelegd. In de daarvan opgemaakte rapportage is vermeld dat zij twee Roemeense mannen met een grote koffer in de woonkamer hebben aangetroffen. De mannen hebben verklaard de voorgaande nacht door een derde man te zijn binnengelaten. Op de slaapkamer hebben [A] en [B] de derde man aangetroffen die zich niet wilde identificeren en verklaarde een vriend te zijn van [X] , die elders verbleef.
( d) Op 19 juni 2017 heeft op uitnodiging van [A] een gesprek met [X] plaatsgevonden ten kantore van Eigen Haard. In dit gesprek heeft [X] het volgende verklaard. Ongeveer drie maanden geleden heeft hij op aanbeveling van een gezamenlijke vriend een Poolse (of Roemeense) kennis gevraagd zijn woning op te knappen in ruil voor verblijf daar. Hij heeft zijn sleutel afgegeven aan de vriend en zou zelf gedurende de periode van opknappen bij zijn vriendin verblijven. Toen hij in verband met problemen met de verwarmingsketel een bezoek aan zijn woning bracht, heeft hij geconstateerd dat de door zijn vriend aanbevolen Polen en/of Roemenen nauwelijks hadden geklust en heeft hij de sleutel weer bij de vriend laten afgeven.
( e) Na het gesprek op 19 juni 2017 is [A] zonder [X] , die op dat moment niet over de sleutel beschikte, meteen doorgereden naar de woning, waar niemand thuis was. Een overbuurman meldde dat er al jaren een Joegoslavische man woont en een onderbuurman meldde dat er al tien jaar een blanke man woont.
( f) Op 20 juni 2017 heeft [A] de woning wederom bezocht, nu met [X] .
( g) Bij brief van 14 augustus 2017 heeft Eigen Haard [X] gesommeerd de huur op te zeggen terwijl (thans) geïntimeerden sub 2 bij brief op dezelfde datum zijn gesommeerd de woning te verlaten. Op 18 augustus 2017 heeft de advocaat van [X] aan [A] laten weten dat deze geen gehoor zou geven aan de sommatie.
( h) In de eerste aanleg van dit kort geding heeft Eigen Haard, kort gezegd, de ontruiming van het gehuurde gevorderd. Bij het bestreden vonnis heeft de voorzieningenrechter de voorziening geweigerd en Eigen Haard in de proceskosten verwezen.