AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Profijtontneming en handel in cocaïne met betrekking tot overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van een veroordeelde die betrokken was bij de handel in cocaïne. De rechtbank had eerder bepaald dat de veroordeelde een bedrag van € 186.628,50 moest betalen aan de Staat. Het openbaar ministerie had in eerste aanleg een hoger bedrag gevorderd, maar de rechtbank volgde deze vordering niet volledig. De veroordeelde heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 19 oktober 2018 heeft het hof de vordering van het openbaar ministerie opnieuw beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde in de periode van 5 mei 2010 tot en met 5 juni 2012 betrokken was bij de verkoop en distributie van cocaïne. Het hof heeft de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel gebaseerd op verklaringen van afnemers en een notitieboek dat door een medeverdachte was bijgehouden. Het hof kwam tot de conclusie dat het wederrechtelijk verkregen voordeel geschat moet worden op € 220.628,50, na rekening te houden met de kosten en de inkoopprijs van de cocaïne.
Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens, is overschreden. Dit leidde tot een vermindering van het te betalen bedrag met € 5.000,00. Uiteindelijk heeft het hof de verplichting tot betaling aan de Staat vastgesteld op € 215.628,50. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de veroordeelde de verplichting oplegde tot betaling van het vastgestelde bedrag aan de Staat.
Voetnoten
2.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, pagina 939.
3.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, pagina’s 939-942.
4.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, pagina 942.
5.Het proces-verbaal van bevindingen van 29 augustus 2012 (bijlage 1 bij het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel), pagina’s 956-957.
6.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, pagina’s 942-946.
7.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, pagina 947.
8.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, pagina’s 947-949.
9.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, pagina 949.
10.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, pagina 949, en het proces-verbaal van bevindingen van 29 augustus 2012 (bijlage 1 bij het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel), pagina’s 956-957.
11.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, pagina’s 949-950.
12.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, pagina 951.
13.Proces-verbaal verhoor verdachte [naam] van 27 augustus 2012, pagina 943.
14.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, pagina’s 951-952, en het proces-verbaal kosten dealers van 1 oktober 2012, pagina’s 995-1003.
15.Nadere toelichting op de ontnemingsvordering van het openbaar ministerie van 23 februari 2015 (het hof begrijpt: 23 februari 2016) (bijlage 1 bij het proces-verbaal terechtzitting van 23 februari 2016).