ECLI:NL:GHAMS:2019:1326
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en onbehoorlijke taakvervulling door penningmeester van een voetbalvereniging
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [X], de voormalige penningmeester van de Zaandamse Voetbalvereniging Zaanlandia, tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had geoordeeld dat [X] onrechtmatig had gehandeld door gelden van de vereniging te onttrekken en zijn taak als penningmeester niet behoorlijk had vervuld. Het hof heeft de feiten vastgesteld, waaronder dat [X] van 1 juli 2007 tot 11 oktober 2015 penningmeester was en dat hij in die periode een bedrag van € 92.224,00 aan de vereniging heeft onttrokken. De rechtbank had in haar vonnis een aantal vorderingen van Zaanlandia toegewezen, waaronder een bedrag van € 66.380,00, en bewijsopdrachten aan Zaanlandia verstrekt voor andere vorderingen. In hoger beroep heeft [X] de vorderingen betwist en verzocht om vernietiging van het vonnis. Het hof heeft de argumenten van beide partijen gehoord en beoordeeld. Het hof oordeelt dat de decharges die aan [X] zijn verleend voor zijn werkzaamheden als penningmeester niet afdoen aan de onrechtmatigheid van zijn handelingen. Het hof heeft de vorderingen van Zaanlandia in hoger beroep toegewezen en [X] veroordeeld tot betaling van € 84.851,00, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens zijn de proceskosten in eerste aanleg en hoger beroep aan [X] opgelegd. Het hof heeft de vonnissen van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan.