ECLI:NL:GHAMS:2019:1472
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van verzoek om ambtshalve vermindering van belastingaanslag na vijfjaarstermijn
In deze zaak gaat het om de tijdigheid van een verzoek om ambtshalve vermindering van een belastingaanslag voor het jaar 2011. De belanghebbende, vertegenwoordigd door gemachtigde D. Molenaar, had op 30 december 2016 een verzoek ingediend bij de Belastingdienst, maar dit verzoek werd pas op 18 januari 2017 door de inspecteur ontvangen. De inspecteur heeft het verzoek afgewezen omdat het volgens hem niet tijdig was ingediend, aangezien de vijfjaarstermijn op 1 januari 2017 was verstreken. De rechtbank Noord-Holland verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, maar de belanghebbende ging in hoger beroep bij het Gerechtshof Amsterdam.
Het Hof oordeelde dat de inspecteur het verzoek om ambtshalve vermindering ten onrechte had afgewezen. Het Hof stelde vast dat de belanghebbende het verzoek op de juiste wijze had verzonden naar het op de aanslag vermelde adres, en dat de omstandigheid dat het verzoek onbestelbaar retour was gekomen niet voor rekening van de belanghebbende diende te komen. Het Hof concludeerde dat het verzoek tijdig was gedaan, en dat de inspecteur de afwijzing op onjuiste gronden had gebaseerd. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en wees de zaak terug naar de rechtbank voor een inhoudelijke behandeling.